Nederlandse detective hoopt grootste kunstroof ooit op te lossen
Het wordt gezien als de grootste kunstroof aller tijden: de diefstal van dertien extreem waardevolle objecten uit het Isabella Stewart Gardner Museum in Boston. De zaak is inmiddels 27 jaar oud, maar nog steeds niet opgelost.
Als het aan de Nederlandse kunstdetective Arthur Brand ligt, komt daar snel verandering in. "Het is nu of nooit."
Ik ga ervan uit dat de werken nog ergens staan. De bezitters durven ze waarschijnlijk alleen niet terug te brengen.
De detective volgt twee sporen die volgens hem naar de verloren werken kunnen leiden. Daarnaast is de beloning voor de vondst van de kunstobjecten verhoogd naar 10 miljoen dollar. Ook zijn de mensen die ze terugbrengen, vrijgesteld van vervolging. "Alle lichten staan op groen", zegt de kunstdetective in Nieuws en Co op NPO Radio 1.
Hoewel de werken uit het Gardner Museum al sinds 1990 spoorloos zijn en het de FBI al die tijd niet is gelukt de objecten te vinden, denkt Brand dat hij de zaak alsnog tot een goed einde kan brengen.
Hieronder zijn kijk op de kunstroof die journalisten, de inlichtingendienst en speurders al bijna 30 jaar bezighoudt.
De kunstroof
In de vroege ochtend van 18 maart 1990 - de dag na St. Patrick's Day - bellen twee mensen aan bij het Gardner Museum. Ze zien eruit als agenten. De twee bewakers hebben de strikte opdracht niemand naar binnen te laten. Brand: "Zelfs de paus niet, is hen expliciet verteld."
Toch laten ze de nep-agenten na lang aandringen binnen. Niet veel later liggen de bewakers vastgebonden op de grond. De overvallers doen er nog geen uur over om 13 topstukken te stelen, waaronder drie Rembrandts, een Vermeer en werken van Degas en Flinck. Totale waarde: 500 miljoen dollar.
De objecten hebben grote historische waarde. "Het gaat onder meer om Rembrandts enige zeegezicht", zegt Brand. "Die liggen niet ergens onder een bed natuurlijk."
Van de kunstwerken is sindsdien geen enkel spoor meer teruggevonden. "Het enige wat de FBI denkt te weten, is dat de mogelijke daders zijn vermoord." Brand volgt twee leads die mogelijk naar de werken leiden.
Spoor 1 - Ierse verzetslieden
Het eerste spoor richt zich op de IRA, het verboden Ierse Republikeinse Leger dat zich met geweld verzette tegen de Britse aanwezigheid in Noord-Ierland. De organisatie pleegt vanaf eind jaren 60 tot begin jaren 90 aanslagen in Groot-Brittannië. In die tijd wordt de IRA ook meerdere keren in verband gebracht met kunstroven.
Boston ligt in de Verenigde Staten, maar heeft een grote gemeenschap Ierse immigranten. Daarnaast wordt de diefstal gepleegd in de week van St. Patrick's Day, de belangrijkste Ierse feestdag. "En in de jaren 90 varen er in het geheim meerdere schepen met wapens aan boord vanuit Boston naar Ierland. Vermoed wordt dat de kunstwerken daar tussen zitten."
De afgelopen tijd sprak Brand met Ierse journalisten die de roof al jaren onderzoeken. Zij zeggen dat veel mensen binnen de IRA denken dat de kunstwerken in Ierse handen zijn. "Daar wordt eigenlijk niet over getwijfeld." Toch volgt de detective ook een ander spoor, dat weleens meer zou kunnen opleveren.
Spoor 2 - Bekende crimineel uit Nederland
In de jaren 90 loopt in Antwerpen en Nederlandse steden een crimineel rond die de gestolen werken zou aanbieden. Het gaat om een bekende misdadiger. Een zware jongen, zegt Brand. "Maar meer kan ik er echt niet over zeggen."
Wat dit verhaal geloofwaardig maakt, is dat de man foto's heeft van de verdwenen objecten. "En dan geen foto's van schilderijen die in het museum hangen, die zouden nagemaakt kunnen zijn. Hij heeft foto's van de werken in een loods, op een onbekende plek."
Mede hierdoor gaat Brand ervan uit dat de schilderijen nog steeds ergens staan. Hij denkt dat de bezitter de werken niet durft terug te brengen, ook al belooft de politie dat je niet wordt vervolgd. "Dit zijn vaak jongens die alleen hun moeder vertrouwen en niemand anders, zeker de politie niet."
De detective hoopt dat de bezitters van de werken zich bij hem melden. Hij kan dan als tussenpersoon optreden tussen de criminelen en de politie. "Dat heb ik al vaker gedaan."
Intussen probeert Brand door veel rond te vragen te achterhalen waar de werken zijn. "Maar het maakt mij niet uit wie deze objecten vindt, als ze maar terugkomen." Hijzelf verdient met wat geluk dan zijn gemaakte uren terug. "Het zou prachtig zijn als ik dan een Vermeer of Rembrandt vast kan houden.
Hij hoopt dat de verhoogde beloning de doorslag zal geven. Op 1 januari 2018 wordt het bedrag weer verlaagd naar 5 miljoen dollar. Voor die tijd moeten de werken terug zijn, zegt Brand. "Als het nu niet lukt, dan lukt het nooit meer."