Muskusrat, brulkikker en nu de goudvis: de strijd tegen exoten
"We wilden wat leven in de brouwerij brengen", zegt winkelier Hans van Manen uit Veenendaal. Hij zette vorig jaar 280 siervissen uit in de Brouwersgracht voor zijn winkel. De goudvissen moeten er nu weer uit: het gevaar bestaat dat die een plaatselijke karpersoort uitroeien.
Het zal niet de eerste keer zijn dat de mens door onwetendheid of kortzichtigheid schade toebrengt aan de natuur door een nieuwe soort te introduceren. Van de 36.275 soorten die in Nederland voorkomen, gelden er 880 als exoten, planten en dieren die door menselijk toedoen in ons land zijn beland. Sommige daarvan zijn slecht voor het milieu, de volksgezondheid of de economie.
"Je kunt niet zomaar allemaal beesten uitzetten in de natuur", zegt Wilfred Reinhold van het Platform Stop Invasieve Exoten, die een rechtszaak begon tegen de goudvissen. "Daar kan de inheemse natuur schade van ondervinden en dat is hier het geval."
Met behulp van logaritmen kan men uitrekenen tot welke onheilspellende getallen de muskusrat het brengt.
"Een vijand rukt op naar ons land", waarschuwde De Telegraaf in 1935 over de muskusrat. De Oostenrijkse graaf Colloredo-Mansfeld had in 1905 twaalf exemplaren uit Alaska naar Europa gehaald, waarvan er zeven de reis niet overleefden. "Zijn droefenis veranderde echter alras in innige vreugde en ten slotte in ontsteltenis toen het duidelijk werd aan welk een schadelijk knaagdier hij een nieuw vaderland had geschonken."
De Tijd rekende twee jaar later door: "Vier keer per jaar wierpen zij jongen, en wel telkens zeven tegelijk, terwijl elk der jonge paren na verloop van zes maanden plichtsgetrouw eveneens voor zeven jeugdige muskusratten zorg droeg. Met behulp van logaritmen kan men uitrekenen tot welke onheilspellende getallen de muskusrat het brengt."
Het dier bereikte in 1941 ons land en is niet meer weg te krijgen. Jaarlijks worden er 100.000 exemplaren gevangen, maar toch veroorzaakt het dier nog voor miljoenen euro's schade aan dijken doordat het zo gretig gangen graaft. Alle exoten bij elkaar veroorzaken 1 tot 3 miljard euro schade per jaar, afhankelijk van of je ziektekosten meerekent.
Exoten kunnen ook gevaarlijk zijn voor de volksgezondheid. Neem de tijgermug, die soms meereist in stilstaand water van bamboeplanten of autobanden. De pesticiden die nodig zijn het dier uit te roeien zijn normaal gesproken verboden, maar als het dier in Nederland wordt aangetroffen, wordt een uitzondering gemaakt. De mug kan namelijk dengue en zika overdragen.
Maar het is niet alleen de mens die gevaar loopt, vreemde soorten kunnen funest zijn voor de inheemse natuur. Het visje blauwband lift soms mee met karpers die voor sportvissers worden uitgezet, maar bevat een parasiet die andere vissen fataal kan worden. De siervogel rosse stekelstaart kan zich voortplanten met de zeldzame witkopeend, waardoor die soort verwatert (precies wat er ook dreigde te gebeuren met de vissen in Veenendaal). Aquariumplant waterwaaier overwoekert door heel Nederland andere planten en zit zwemmers en vissers in de weg.
Om te voorkomen dat de problemen uit de hand lopen, heeft de Europese Unie een lijst opgesteld met een kleine veertig plant- en diersoorten waarvan bezit, handel, kweek en transport verboden zijn. Voor soorten als de wolhandkrab, waternavel en rivierkreeften kwam die wetgeving te laat, maar andere soorten zijn succesvol aangepakt.
Snel ingrijpen kan soelaas bieden: Amerikaanse brulkikkers die in het Limburgse Baarlo waren beland zijn zo goed als uitgeroeid. Ook in Hoek van Holland wist men de enige populatie huiskraaien (ooit per boot aangekomen uit Azië) te beteugelen. Heilige ibissen ziet men ook nauwelijks meer in ons land.
De klimaatverandering maakt direct ingrijpen nog urgenter: door de opwarming van de planeet kunnen soorten die hier vroeger niet konden overleven nu prima aarden.
Probleem bij ingrijpen is dat sommige dieren zo aaibaar zijn. In Hoek van Holland protesteerde de Partij voor de Dieren. Ook de grijze eekhoorn die hier en daar wel eens opduikt vinden omwonenden vooral schattig. Of wat te denken van de hertachtige muntjak, die af en toe de Belgische grens oversteekt.
Overigens staan lang niet alle exoten op een dodenlijst. Als ze geen gevaar vormen, laat de overheid ze vaak met rust, zoals de parkieten die in de buurt van het Binnenhof een kolonie hebben gevormd. Sommige van die soorten zijn al zo lang in Nederland dat we ze al niet eens meer als exoot beschouwen: konijn, fazant en knobbelzwaan gelden tegenwoordig als inheems.
Hans van Manen merkte in Veenendaal juist dat de vissen een positief effect hadden op de omgeving. "Het is een ontzettend gezellig gebeuren. En de gracht blijft schoon, omdat mensen respect hebben voor de vissen."
De vissen hoeven niet bang te zijn dat Van Manen met een hengel boven de gracht komt te staan. "We gaan ze op een nette manier eruit halen: met een net."