'Negen maanden onder IS in Tikrit voelden als honderd jaar'
In Irak verliest Islamitische Staat langzaam maar zeker terrein. Op 17 mei werd IS verdreven uit Falujah. Vorig jaar maart verloren ze Tikrit. De stad waar voormalig dictator Saddam Hoessein vandaan kwam.
Het is de vraag hoe het verder moet in die steden, met hun voornamelijk Soennitische inwoners. Het vertrouwen in de Iraakse regering is er klein, omdat die wordt gedomineerd door sjiieten.
Drukke markt
NOS-correspondent Sander van Hoorn ging naar Tikrit. Toen hij de stad binnenkwam verwachtte hij het ergste. "Als je vanuit Bagdad komt zie je het voormalige paleizencomplex van Saddam Hoessein en daar is heel veel schade. Even verderop zag ik een moskee met de gebouwen daaromheen. Ook daar heel veel schade."
Negen maanden hebben we hier onder IS geleefd en die leken 100 jaar te duren.
"Maar als je dan in het centrum van de stad komt en de plekken waar mensen wonen, dan valt het eigenlijk wel mee. De mensen zijn terug. Op de markt is het eigenlijk gewoon druk. De straat is vol met mensen, al is hij nog wel afgesloten. Ik denk dat dat is met het oog op zelfmoordaanslagen."
"Het is hier veilig nu", zegt een vrouw. "Met dank aan de helden die ons bevrijd hebben, het leger en de milities. Negen maanden hebben we hier onder IS geleefd en die leken 100 jaar te duren. Het was slechter dan je kunt bedenken."
Opgepakt door milities
Rondom een falafel-tentje staan veel mensen. De verkoper zegt dat hij wegvluchtte naar Kirkuk toen IS de stad bezette. "Daar was de situatie heel erg slecht. Geen werk en hoge huren. Zodra Tikrit heroverd was, ben ik meteen teruggekeerd."
Toch is het nog niet als vroeger in Tikrit, zegt hij. "Het is rustiger op de markt. Toen waren er veel meer mensen en die kwamen ook uit de dorpen in de buurt. Die mensen zijn nog steeds gevlucht. Dat heeft er ook mee te maken dat de sjiitische milities hier heel veel mensen hebben opgepakt."
Dat zijn hoofdzakelijk soennieten die er van werden verdacht dat ze op zijn minst hadden samengewerkt met IS. De sjiitische milities zijn niet zachtzinnig. "Maar dat is nu min of meer opgehouden, het is belangrijk om de mensen terug te laten keren", zegt de falafelverkoper.
Uiteindelijk kunnen alleen de oorspronkelijke bewoners van een stad hun eigen stad weer opbouwen.
Om de ontwikkeling van de stad weer op gang te brengen heeft de Iraakse overheid bijvoorbeeld de universiteit heropend en krijgen de ambtenaren weer loon uitbetaald. Dat doen ze ook met financiële steun van de Europese Unie. Nederland draagt 20 miljoen euro bij aan de hulpverlening en aan het stabilisatieproces.
"Dat wordt uitgegeven aan het herstel van elektriciteit en de drinkwatervoorziening", vertelt de Nederlandse ambassadeur in Irak Jan Waltmans. "Ook gaat geld naar scholen en overheidsgebouwen. Er is een grote universiteit in Tikrit. Er zijn heel veel studenten en inmiddels ook docenten teruggekeerd en dat geeft natuurlijk een hoop levendigheid, dat geeft inkomsten, en dat geeft ook vertrouwen aan andere delen van het land dat het goed kan komen nadat IS verdreven is."
Tikrit dus als lichtend voorbeeld voor de andere steden. Hoe dat werkt dat merk je ’s avonds, vertelt Sander van Hoorn. In een koffiehuis, waar mensen een waterpijp roken en wat eten, spreekt hij iemand die vertelt dat nog niet al zijn vrienden zijn teruggekeerd.
"Ik roep ze wel op om dat te doen. De veiligheid is misschien nog niet wat het geweest is, maar het is voldoende en uiteindelijk kunnen alleen de oorspronkelijke bewoners van een stad hun eigen stad weer opbouwen."