Nederland krijgt energieoverschot
Elektrische apparaten worden steeds zuiniger. Thuis vervangen steeds meer mensen de gloeilamp voor een spaarlamp. De vraag naar stroom zal de komende tien jaar dan ook maar bescheiden stijgen, denkt Energieonderzoek Centrum Nederland. Uit het rapport "Referentieraming en emissies 2010-2020" van ECN blijkt dat het centrum rekening houdt met een groei van minder dan 1 procent per jaar. Dat komt ook door de economische crisis en de matige economische groei voor de komende jaren.
Dat staat in contrast met de bouw van nieuwe elektriciteitscentrales in Nederland. ECN schrijft in het rapport: "Het is duidelijk dat Nederland een trend naar veel nieuwe productiecapaciteit te zien geeft. Relatief gezien is de groei in vermogen groter dan in andere lidstaten."
Prognose tot 2030: export
Ten opzichte van 2005 zal de productiecapaciteit in 2020 gestegen zijn met 61 procent, blijkt uit een schatting van de Europese Unie die in het rapport van ECN wordt aangehaald. In de tien jaar daarna groeit het nog verder, tot 81 procent in 2030 in vergelijking met 2005. Daardoor zal de uitstoot van CO2 overigens wel toenemen. Maar Nederland hoopt onder de verplichte EU-grens te blijven door elders in Europa emissierechten op te kopen.
Veel van die stroom zal getransporteerd worden naar Duitsland. Tot voor kort was Nederland een importeur van Duitse stroom. Er zijn een aantal argumenten die pleiten voor Nederland als ideaal stroomland. ECN: "Nederland heeft een concurrentievoordeel vanwege kustlocaties met voldoende koelwatermogelijkheden en relatief goedkopere aanvoerkosten voor steenkool." Als Duitsland zijn kerncentrales op termijn sluit dan zal de export naar verwachting nog verder stijgen.
Nieuwbouw en overschot
Ook netbeheerder Tennet, verantwoordelijk voor de transport van stroom in Nederland, bevestigt wat ECN noemt "de hausse van de huidige nieuwbouwplannen". De productiecapaciteit blijft verder stijgen, schrijft Tennet in het Kwaliteits- en Capaciteitsplan voor de jaren 2010-2016.
"Realisatie van alle nieuwbouwplannen zou een verdubbeling van het opgesteld vermogen in 2017 betekenen. Ook in omringende landen bestaan er meer plannen voor nieuwbouw van centrales dan op grond van de vraagontwikkeling en aangekondigde uitbedrijfname van centrales noodzakelijk zijn." Er wordt dus meer gebouwd dan noodzakelijk is als je kijkt naar de binnenlandse vraag naar stroom. TenneT gaat overigens uit van een gemiddelde groei van het elektriciteitsverbruik van 2 procent.
Overschot in Europa
Er ontstaat dus een capaciteitsoverschot op de Nederlandse markt. Met als gevolg dat: "Nederland op termijn een exporteur van elektriciteit wordt of dat veel productie eenheden niet in bedrijf zullen zijn."
Nederland is niet het enige land binnen Europa waar het aantal centrales fors toeneemt. Tennet: "Realisatie van de nieuwbouwplannen betekent dat de reservemarge in alle landen toeneemt. Vooral voor Duitsland lijkt er, mede gebaseerd op de lopende nieuwbouwprojecten en het uitstel van de uitfasering van kerncentrales, ook een situatie van overschot aan productievermogen te ontstaan."
Kansen of gemiste kans?
Er ontstaat dus niet alleen een overschot op de Nederlandse, maar ook op de hele Europese markt.
En dat overschot leidt tot een verschil van inzicht bij de betrokkenen. Het kabinet en elektriciteitsbedrijven ruiken kansen. Ze zien mogelijkheden voor de export van stroom "zonder dat de leveringszekerheid" in gevaar komt. Niet voor niets staat in het regeerakkoord dat er "meer aandacht komt voor het verdienpotentieel".
Milieuclubs als Greenpeace en Stichting Natuur en Milieu vrezen dat het stroomoverschot en de investeringen in kolencentrales de prikkels bij bedrijven zullen wegnemen om te investeren in duurzame energie.