Multi-jobbers heten ze: mensen met meerdere baantjes. Op dit moment hebben ongeveer een half miljoen werknemers twee of meer banen en dat aantal groeit.
Het kan tot lastige situaties leiden: wat doe je als je een telefoontje van een potentiële opdrachtgever krijgt in de tijd van je baas? Voormalig TNO-onderzoeker Luc Dorenbosch interviewde tientallen multi-jobbers en schreef een handleiding over de crux van het combineren.
"De crux bestaat vooral uit het feit dat de banen elkaar moeten aanvullen, anders hou je het niet vol", zegt Dorenbosch. "Daarnaast moet je alles goed kunnen plannen."
En als je collega's en baas niet meedenken, hou je het volgens Dorenbosch ook niet lang vol. "Als je nog een andere baan erbij hebt, kan het voor een werkgever toch voelen alsof je vreemdgaat", zegt Dorenbosch. "Maar ze moeten bijvoorbeeld wel snappen dat ze je een dag met rust moeten laten, omdat je met andere dingen bezig bent."
Vijf banen
Saskia Viet (25) heeft maar liefst vijf banen. Ze werkt onder meer in de horeca, ze is foto- en videograaf en geeft dansles. Ze maakt werkweken van 38 tot 43 uur en is daar blij mee: "De combinatie houdt me fris, waardoor ik alle werkzaamheden goed blijf uitvoeren. Maar er is ook een financiële reden: als ik alleen voor mezelf werk, kan ik nog niet rondkomen."
Multi-jobben vereist nieuwe vaardigheden. Dorenbosch: "Het zijn competenties die we steeds meer nodig zullen hebben. In het kort: kunnen plannen, een flexibele houding hebben, goed kunnen onderhandelen, je grenzen stellen en goed kunnen netwerken."
21st century skills: die zullen we steeds meer nodig hebben.
Saskia vindt het plannen van al haar werk soms wel een opgave. En er is nog een nadeel: "Dat je veel belasting moet betalen. Hopelijk kan ik aan het eind van het jaar wel een bedrag terugvragen bij de Belastingdienst. Voor de rest zijn er eigenlijk geen nadelen. Zo heb ik nog genoeg tijd om met vrienden af te spreken."