Kritiek op Feyenoord-spel boeit Kramer 'totaal niet'
Feyenoord neemt het in de tweede ronde van het KNVB-bekertoernooi op tegen PEC Zwolle. De resultaten van de Rotterdammers in de competitie zijn tot nu toe aardig, maar er klinkt wel enige kritiek op het spel. Spits Michiel Kramer zit daar niet mee.
"Mij boeit dat totaal niet. Het gaat om winnen. Als we wedstrijden winnen met lelijk voetbal, dan vind ik dat prima. Met mooi voetbal is het des te beter, maar volgens mij gaat het alleen om winnen. Meer niet", stelt Kramer.
Winnen is ook vanavond het devies voor de Rotterdammers. Vorig seizoen ging Feyenoord in de tweede ronde pijnlijk onderuit bij Go Ahead Eagles (2-0). Dat moet nu anders, maar met PEC Zwolle krijgt Feyenoord een geduchte tegenstander over de vloer. PEC stond vorig seizoen in de finale en nam in 2014 de KNVB-beker mee naar huis.
Of de ploeg van Ron Jans daarmee meteen als een echte cupfighter kan worden bestempeld, dat gaat volgens Kramer misschien iets te ver. "Het heeft ook te maken met de loting. Volgens mij heeft Zwolle de afgelopen jaren niet heel moeilijke tegenstanders in de eerste paar rondes gehad. Maar het lijkt me logisch dat als je twee jaar achter elkaar in de finale komt, je dan een kleine cupfighter bent."
Eerste spits?
Feyenoord-trainer Giovanni van Bronckhorst liet gisteren weten dat hij met de sterkste opstelling zal aantreden tegen PEC Zwolle, dus vermoedelijk is er in de aanval een plaats ingeruimd voor Kramer. Ziet de 26-jarige Rotterdammer zich nu als eerste spits van Feyenoord?
"Ik heb nu twee wedstrijden in de basis gespeeld. Op het moment dat het bij mij even wat minder gaat, zal ongetwijfeld Colins Kazim-Richards zijn kans ook weer krijgen. Het begint bij mezelf, als ik goed speel en ik maak doelpunten, heeft de trainer ook geen reden om mij eruit te halen."
Nooit genoeg ballen
Kramer leek het in de competitieduels met Willem II en Roda JC, ondanks twee doelpunten, nog wel een beetje zonder bruikbare voorzetten te moeten doen. Dat is een kwestie van wennen, meent de spits. "Ik kan nooit genoeg ballen krijgen. Het ligt ook een beetje aan mijn medespelers, die mij een beetje moeten leren kennen. Dat gaat denk ik elke wedstrijd beter."