Facebook werkt aan virtuele assistent die aankopen kan doen
Facebooks berichten-app Messenger krijgt een virtuele assistent die namens gebruikers onder meer aankopen kan doen. Het is de bedoeling dat gebruikers vragen kunnen stellen, die 'M' vervolgens na doorvragen zelfstandig kan uitvoeren.
Dat schrijft David Marcus, bij het sociale platform verantwoordelijk voor de applicatie, op Facebook. De dienst is voorlopig alleen te gebruiken in de omgeving van San Francisco en wordt daarna langzaam uitgerold. Wanneer de dienst in Nederland beschikbaar komt, is onduidelijk.
'M slimmer dan concurrentie'
Virtuele assistenten zijn er al langer. Zo bestaan Siri, Google Now en Cortana, respectievelijk de assistenten van Apple, Google en Microsoft. Deze diensten zijn geïntegreerd in de verschillende besturingssystemen, waardoor het gebruik ervan makkelijker is. Je hoeft geen aparte app te downloaden en je kunt de dienst via een sneltoets oproepen.
Marcus denkt dat te kunnen compenseren door M een stuk slimmer te maken. Waar Siri, Google Now en Cortana volledig werken via een computer, maakt M gebruik van een computer en mensen. Een groep 'M-trainers' zorgt er vanuit Facebooks hoofdkantoor voor dat elke vraag wordt verwerkt.
Deze menselijke 'touch' moet ervoor zorgen dat de dienst meer kan dan alleen to-do-lijsten bijhouden of vertellen wat het weer morgen wordt.
Geld verdienen
De hoop is dat gebruikers via M bijvoorbeeld producten gaan bestellen. Het bedrijf verdient daar nu nog geen geld aan, maar volgens Marcus is dat op termijn wel de bedoeling. Mocht 'M' succesvol blijken, dan kan het platform daar in de toekomst flink aan verdienen. Meer dan 700 miljoen mensen maken momenteel gebruik van de Messenger-app.
Om al die mensen te bedienen, moeten wel veel meer mensen worden aangenomen. Marcus zegt in gesprek met technologie-magazine Wired dat hij zich voor kan stellen dat er uiteindelijk duizenden mensen vanuit Facebook de virtuele assistenten bedienen. Dat zou een flinke investering betekenen.
Facebook-profiel
Op dit moment kijkt de dienst bij het helpen van gebruikers niet naar het sociale profiel, aldus Marcus. Later zouden mensen zich daar vrijwillig voor kunnen aanmelden.