Proces 'showbizzmoord' moet over
Het proces over de geruchtmakende Hilversumse showbizzmoord moet over. De Hoge Raad neemt dat advies van de advocaat-generaal over. Deskundigen hebben vastgesteld dat de bekentenis die de veroordeelde heeft afgelegd, ongeloofwaardig is.
De zaak draait om de moord op platenbaas Bart van der Laar in 1981. Hij werd in zijn villa in Hilversum doodgeschoten. Van der Laar was in de jaren 70 producer van populaire artiesten als Lenny Kuhr en Benny Neyman. Zijn dood kwam hard aan in de muziekwereld.
Twee jaar na de moord werd een verdachte opgepakt: Martien Hunnik. Hij werd veroordeeld en zat van 1983 tot 1990 vast. De veroordeling was gebaseerd op een bekentenis, maar die had Hunnik ingetrokken. Volgens Hunnik was hij geestelijk in de war en wilde hij aandacht.
In de jaren na zijn vrijlating probeerde Hunnik tevergeefs zijn dossier in handen te krijgen. Zijn advocaat Geert-Jan Knoops en het Openbaar Ministerie vroegen daarop in 2013 om nieuw onderzoek om de zaak te heropenen.
Vorig jaar wees rechercheonderzoek uit dat Hunnik waarschijnlijk niet schuldig is. In plaats van Hunnik zouden twee bekenden de moord hebben gepleegd in opdracht van een zakenpartner van Van der Laar. De drie kunnen niet meer worden vervolgd omdat de zaak is verjaard. Daarnaast is een van hen overleden.
Vatbaar voor suggesties
Over Hunnik hebben gedragsdeskundigen geconcludeerd dat hij ten tijde van zijn bekentenis "zeer vatbaar voor suggesties" was en een neiging tot fabuleren had. Als de rechters dat destijds hadden geweten, was hij mogelijk vrijgesproken, zegt de Hoge Raad.
De Hoge Raad heeft de zaak nu terugverwezen naar het gerechtshof in Den Haag. Als Hunnik daar wordt vrijgesproken, is het de zesde gerechtelijke dwaling sinds 2000.