'Niet de één tegen de ander in Oekraïne'

De luchthaven van Donetsk is weken geleden al veroverd door pro-Russische separatisten, maar rustig is het bij het vliegveld allerminst. Het regeringsleger vecht met steun van allerlei milities nog dagelijks tegen de separatisten.

NOS-correspondent David Jan Godfroid heeft het front gisteren bezocht. Hij was in de dorpen Pisky en Pervomaisk, bij milities die strijden vóór het behoud van Oekraïne. "Ze hebben de luchthaven verloren, maar geloven nog steeds dat ze de separatisten kunnen verslaan", zegt hij.

'Onnauwkeurige beschietingen op afstand'

Het front ligt aan de westkant van het vliegveld. Het is vrij breed: de strijdende partijen zien elkaar hooguit vanuit de verte. "Ze beschieten elkaar met mortieren, artillerie en tanks", zegt Godfroid. "Er is geen geweervuur of een infanterie-aanval, met het doel om een gebied te veroveren. Ze beschieten elkaar alleen. Dat gebeurt overigens heel onnauwkeurig."

In de dorpen staat ondertussen geen steen meer op de andere. "Vooral in Pisky, twee kilometer van het vliegveld, ligt alles in puin. In Pervomaisk is dat iets minder, maar ook daar is de schade enorm."

Godfroid was bij twee milities: het Dnipro 1-bataljon, met vrijwilligers uit de regio Dnjepropetrovsk en Pravy Sektor. Ze strijden allebei voor het behoud van Oekraïne zoals het is, maar opereren apart van het leger en regelen hun eigen wapens.

"Pravy Sector is een uiterst rechtse eenheid", zegt Godfroid. "Moskou en de separatisten zien hen als fascisten en nazi's. De regering in Kiev erkent Pravy Sektor niet. En de vrijwilligers willen op hun beurt niets te maken hebben met de Oekraïense autoriteiten. De oorlog in Oekraïne is enorm ingewikkeld. Er doen allerlei partijen aan mee. Het is niet de één tegen de ander."

De tientallen militanten van Pravy Sektor liggen voortdurend onder vuur en daar lijdt het moreel onder. "Hun boodschap was: als we niet snel meer steun krijgen, in de vorm van voedsel, munitie of voertuigen, worden we hier weggeschoten." Volgens Godfroid waren ze daarom blij met nieuws dat president Obama nadenkt over wapenleveranties. "Dat is hier zeker doorgedrongen. En daar is ook zeker behoefte aan."

'Opgeruimde stemming'

De situatie in Pervomaisk is iets beter. Het Dnipro Bataljon schuilt onder een viaduct in aanbouw, maar wordt ook continu beschoten. De mannen moeten werken met stokoud wapentuig. "Maar er heerste daar een opgeruimde stemming."

Beide batalajons tellen 200 tot 300 man, stelt Godfroid. "Daarvan waren er enkele tientallen aan het front. Een deel is gewond en een deel heeft geen dienst. Het zijn vaak gewone jongens. Vrijwilligers, maar toch 'gewoon' militair." In gesprekken die Godfroid met ze had, ging het ook over het gemis van vrouwen, vriendinnen of het thuisdorp.

Wat wel meezit, is het weer. Normaal is er in februari bijtende kou in Oost-Oekraïne. Nu is het een paar graden boven nul, de sneeuw is zo goed als weg. "Het is daardoor wel modderig en vies. Maar koud is het niet."