Langlaufer bij de Paralympische Spelen in Peking
NOS Sport

De Paralympische Winterspelen: van twee naar zes sporten en op weg naar meer

Waar bij de Olympische Spelen van Peking vijftien verschillende wintersporten op het programma stonden, vormen bij de Paralympische Spelen 'slechts' zes sporten het complete toernooi.

Zes klinkt niet als bijster veel, maar wie een sprong maakt in de geschiedenis ziet dat het aantal sporten inmiddels is verdrievoudigd. Bij de allereerste editie, in 1976 in het Zweedse Örnsköldsvik, stonden er namelijk nog maar twee sporten op het programma: alpineskiën en langlaufen.

Vier jaar later bestonden de Paralympische Winterspelen al uit drie sporten. Het priksleeën, de paralympische tegenhanger van het langebaanschaatsen, was toegevoegd in het Noorse Geilo.

Een Nederlandse priksleeër

De sport waarbij de atleet op een slee zit en zich met stokken voortbeweegt op het ijs stond vijf keer op het programma. In 1992 ontbrak de sport en na de Spelen van 1998 in Nagano verdween het priksleeën weer van het paralympisch toneel.

Het biatlon werd paralympisch in 1988, bij de Spelen in Innsbruck en in 1994 voegde ook het ijshockey zich daarbij. Daarna duurde het tot 2006 totdat er weer een sport werd toegevoegd. De eer was aan het rolstoelcurling.

De recentste toevoeging aan de Paralympische Winterspelen is het snowboarden. Die sport werd, mede dankzij pionier Bibian Mentel, toegevoegd bij de Spelen van 2014 in Sotsji.

Eisen voor paralympische sporten

Sindsdien bestaan de Paralympische Winterspelen uit zes sporten en dat kan in de toekomst nog meer worden. Het paralympische programma wordt namelijk elke vier jaar opnieuw geëvalueerd om ervoor te zorgen dat elke sport aan specifieke criteria voldoet om een hoog niveau te garanderen.

Er wordt dan gekeken naar de kwaliteit van de evenementen en disciplines, de hoeveelheid landen dat de sport op professioneel niveau beoefent en het aantal regio's waarin een sport op grote schaal wordt beoefend.

Even was er sprake van dat het bobsleeën dit jaar in Peking zou debuteren als paralympische sport. In 2016 keurde het Internationale Paralympisch Comité (IPC) de toevoeging van de sport voorlopig goed, maar om officieel toegelaten te worden, moest het bobsleeën nog aan een aantal minimumeisen voldoen.

Marjorie van de Bunt, de eerste Nederlandse medaillewinnaar op de Paralympische Winterspelen

Elk jaar moesten er ten minste zes wereldbekerwedstrijden en een wereldkampioenschap georganiseerd zijn, met een minimum van twaalf deelnemende landen uit minstens drie wereldregio's. Aan die eisen kon de sport niet voldoen, waardoor de Paralympische Spelen nog even blijven steken op zes sporten.

Een verzoek om het skeleton paralympisch te maken, werd al in een eerder stadium afgewezen door het IPC.

Advertentie via Ster.nl