107.000 Joden zijn tijdens de Tweede Wereldoorlog vanuit Nederland naar concentratiekampen gedeporteerd. Slechts circa 5000 van hen overleefden de oorlog. Zij keerden zwaar getraumatiseerd terug naar huis. Het verhaal van zes slachtoffers, verteld door hun kleinkinderen.
Salomon Polak is een Joodse Amsterdammer die in 1943 wordt opgepakt en in Auschwitz belandt. Het verhaal van Salomon verteld door zijn kleindochter Sally de Wijs.
Het gezin Polak is alles kwijt na de overval van de Duitsers in 1943. Salomon gaat na de oorlog terug naar zijn ouderlijk huis, maar de deur wordt in zijn gezicht dicht gesmeten. Deze foto is alles wat rest van het familie archief.
Bij binnenkomst in Auschwitz is alles afgenomen van Salomon. In plaats daarvan krijgt hij een zeepje en een scheermesje. Hij houdt het de hele oorlog bij zich. Als een gevoel van waarde. Na de oorlog is het zijn enige bezit.
De oorlog beïnvloedt net als bij veel slachtoffers de rest van het leven van Salomon. Dat uit zich in kleine dingen. Zo wilde hij absoluut niet barbecueën, omdat het hem herinnerde aan de geur van het kamp. Ook verbood hij zijn kinderen en kleinkinderen om kleding te dragen met horizontale streepjes.
Zijn kleindochter Sally is in november 2016 naar Polen geweest om zelf de kampen te bezoeken. Tijdens de Nationale Holocaust Herdenking zal zij haar familieverhaal vertellen.
Salomon Polak is in 2014 op 88-jarige leeftijd overleden.
BekijkenTed van der Sluis (1927) komt in de kinderbarak in kamp Vught terecht, maar wordt negen weken voor de ontruiming verplaatst. Het verhaal van Ted verteld door haar kleinzoon Yotam Bar-Ephraïm.
Nadat Ted ontsnapt aan het kindertransport komt zij in de Philipsbarak terecht. Ze werkt in de fabriek en maakt veelal knijpkatten. Zaklampjes die je op kan laden door erin te knijpen.
In de nacht van 13 op 14 februari wordt Dresden zwaar gebombardeerd door de geallieerden. Er komen 25.000 burgers om en de stad is een ravage. Ted is op transport en toevallig tijdens de bombardementen in Dresden. Zij en de andere gevangen moeten helpen bij het opruimen van de puinhopen.
BekijkenEllen Eliel-Wallach (1928) is Duits en haar vader dient tijdens de Eerste Wereldoorlog in het Duitse leger. Toch moet de Joodse familie in 1939 vluchten naar Nederland. Daar worden ze opgepakt en gedeporteerd. Afgevoerd door hun voormalige landgenoten. Het verhaal van Ellen verteld door haar kleindochter Martine van Keimpema.
Na de oorlog maakt Ellen een boek voor haar kleinkinderen. Een document waarin haar oorlogsverhaal bewaard blijft voor haar nageslacht.
De oorlog heeft een groot effect op de familie. Martine heeft een sterke band met haar familieleden. Tot haar twintigste komt ze elke week bij haar oma Ellen op bezoek. Iets wat haar vriendinnen altijd bewonderen.
Martine wil dit verhaal vertellen om te laten voelen hoe het is om buitengesloten te worden. Ze ziet het nu weer gebeuren met vluchtelingen uit conflictgebieden en zou graag meer tolerantie om haar heen zien.
BekijkenBetty Schrijver wordt in de oorlog geboren. Haar wieg staat eind 1940 om de hoek van de Hollandsche Schouwburg in Amsterdam. De moeder van Betty staat tijdens de oorlog bloot aan de gruweldaden van dokter Mengele. Het verhaal van Betty verteld door haar kleinzoon Jaïr Salomon van Dijk.
Johanna Brilleman, de moeder van Betty, brengt haar dochter naar een onderduikadres in Drenthe voordat ze op transport moet. Ze neemt daarbij een groot risico. Voor vertrek uit Amsterdam doet ze haar jodenster af.
Betty heeft nog altijd goed contact met de familie uit Klazienaveen die haar onderdak gaf in de oorlog.
Salomon Schrijver, de vader van Betty, komt uit een groot Amsterdams gezin met vier broers en een zus. Het gehele gezin wordt in de oorlog vergast.
Kleinzoon Jaïr Salomon is erg betrokken bij het verleden van zijn familie. Zo bezoekt hij regelmatig het NIOD of het stadsarchief om de stamboom verder uit te pluizen en het verleden van zijn voorouders te onderzoeken.
BekijkenElisabeth Bowier is 25 jaar oud als in 1941 haar dochter Beppeke wordt geboren. Veertien dagen later bellen Nederlandse agenten in burger aan en nemen haar man Max Meents mee. Ze sturen nog enkele brieven, maar zien elkaar nooit meer. Het verhaal van Elisabeth verteld door haar kleindochter Tanja Schols.
In de brieven kan Max niet vrijuit spreken. Ze worden gecensureerd door de Duitsers. Op cryptische wijze laat hij merken, dat hij vreest dat hij niet lang meer te leven heeft. ‘Ik ben liever te laat dan te vroeg met het feliciteren voor onze trouwdag.’ Hij doelt erop dat hij hoopt na de trouwdag nog te leven, maar kort daarvoor wordt hij door de nazi’s vermoord.
Elisabeth draagt nog altijd de eerste brief van Max bij zich in haar portemonnee. Hij schreef die vanuit kamp Schoorl, in het Nederlands.
Elisabeth Bowier is in 2003 overleden, ze was toen 87 jaar oud. Haar as is uitgestrooid in Mauthausen. De plek waar haar man is omgebracht.
BekijkenHenny Dormits is op 29 juli 1929 in Den Haag geboren. Haar vader regelt kort voor de oorlog valse dooppapieren die Henny en haar familie in leven houden. Het verhaal van Henny verteld door haar kleinzoon Benjamin Gotlieb.
Het gezin Dormits wordt in Zwitserland bevrijd. Henny, haar zus en haar ouders blijken de enige vier overlevenden van de familie. Vijfenzestig familieleden komen om tijdens de jodenvervolging. Alle nichtjes, neefjes, ooms, tantes, grootmoeder en grootvader zijn vergast in Sobibor.
Een belangrijke vrouw binnen de familie Dormits was tante Bap. Een kindermeisje dat drie generaties mee hielp opvoeden. Zo zorgt ze voor Henny en later ook voor kleinzoon Benjamin.
BekijkenOp 27 januari 1945 worden de kampen Auschwitz en Birkenau bevrijd. Die dag is internationaal gezien dan ook de Holocaust Memorial Day. In Nederland herdenken wij de jodenvervolging op de zondag die het dichtst bij die datum ligt.