NOS NieuwsAangepast

CPB: minder Nederlanders in armoede door koopkrachtmaatregelen kabinet

Het koopkrachtpakket van het kabinet leidt ertoe dat honderdduizenden mensen minder in armoede terechtkomen en de koopkracht volgend jaar voor een doorsnee huishouden beter herstelt. Dat blijkt uit de macro-economische verkenning van het Centraal Planbureau, die zojuist gepubliceerd is.

Daarin zijn de effecten van het nieuwe beleid van de overheid meegenomen, waaronder de verhoging van het minimumloon, de zorgtoeslag en de huurtoeslag, de energietoeslag voor kwetsbare huishoudens en de verlengde verlaging van de brandstofaccijnzen. De nieuwste maatregel, het 'prijsplafond' voor de energierekening, is nog niet in deze cijfers meegenomen.

De gevolgen van het nieuwe beleid voor de armoede zijn hoe dan ook groot, blijkt uit de cijfers. Niet 1.3 miljoen mensen komen door de inflatie onder de armoedegrens, zoals het Centraal Planbureau in augustus nog voorspelde, maar naar verwachting 830.000 mensen.

De koopkrachtmaatregelen hebben wel gevolgen voor de overheidsfinanciën: het begrotingstekort wordt 'fors' groter, zegt het CPB.

Groter herstel

In augustus kondigde het CPB de grote koopkrachtklap aan: zonder nieuw beleid zou een doorsnee huishouden er dit jaar met 6,8 procent op achteruit gaan. Volgend jaar zou dat maar licht herstellen met 0,6 procent.

De klap voor dit jaar wordt niet minder hard door de nieuwe maatregelen die het CPB heeft meegenomen in de berekening. Een doorsnee huishouden levert dit jaar nog steeds 6,8 procent aan koopkracht in, maar het herstel volgend jaar is dankzij het nieuwe beleid een stuk groter dan eerder werd geraamd: 3,9 procent.

In de grafiek hieronder zie je hoeveel de koopkracht van verschillende huishoudens erop vooruitgaat met het nieuwe beleid:

De laagste inkomens gaan er volgend jaar zelfs op vooruit. Dit jaar gaan zij er nog 5,4 procent op achteruit en volgend jaar 7,4 procent op vooruit. Dat komt door beleid gericht op die laagste inkomens, zoals de energietoeslag, de verhoging van het minimumloon en de verhoging van de zorg- en huurtoeslag.

Het CPB maakt wel de kanttekening dat een deel van de aangekondigde maatregelen tijdelijk zijn. Als de energieprijzen ook na 2023 hoog blijven, kunnen meer mensen alsnog in de problemen komen als het beleid wordt aangepast of wegvalt.

Minder armoede

In zomer verwachtte het CPB nog dat de armoede zou toenemen. Vorig jaar leefden 960.000 mensen in armoede, en het CPB verwachtte dat dat zou oplopen naar bijna 1,3 miljoen mensen doordat de kosten voor levensonderhoud zo sterk zijn gestegen.

Maar door het nieuwe beleid gaat de beweging juist de andere kant op: het aantal mensen in armoede daalt waarschijnlijk, naar 833.000. Ook het aantal kinderen dat in armoede opgroeit daalt naar verwachting door dit nieuwe beleid: van 234.000 in 2021 naar 219.000 volgend jaar.

De gevolgen van het voornemen om een prijsplafond voor de energierekening in te stellen, zitten dus nog niet in deze cijfers. Gisteren werd bekend dat het kabinet en energiebedrijven het in grote lijnen eens zijn geworden over maatregelen om de energierekening omlaag te brengen. Die komen erop neer dat mensen voor het eerste deel van hun energierekening een vaste, lagere prijs betalen.

Het kabinet neemt daarmee het risico van een verdere stijging van de gasprijs over van huishoudens. Wat dat gaat kosten en waar de overheid dat van wil betalen is nog niet duidelijk. Voor de overheidsfinanciën maakt het wel uit: als het kabinet er extra geld voor uittrekt kan het begrotingstekort verder oplopen.

En dat tekort is al groter door dit pakket aan maatregelen: het komt volgend jaar uit op -2,5 procent, terwijl in augustus nog een tekort van -1,1 procent werd verwacht.

Vooral gasprijs onvoorspelbaar

Dit soort cijfers over de verwachtingen van de economie zijn altijd onzeker, maar dit keer benadrukt het CPB dat nog extra. Vooral de gasprijs is onvoorspelbaar: de afgelopen maand is die van zo'n 240 euro per megawattuur opgelopen naar ruim 300 euro, en weer teruggezakt tot onder de 200 euro.

Die gasprijs bepaalt voor een groot deel de inflatie, blijkt uit de analyse van het CPB. In een scenario met een 'lage' gasprijs, waarbij die in de loop van 2023 zakt naar onder de 150 euro per megawattuur, komt de inflatie volgend jaar uit onder de 1 procent. Maar met een hoge gasprijs, van geruime tijd rond de 300 euro volgend jaar, zal de inflatie een stuk hoger zijn: 5,5 procent.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl