Even geen 20 uur in de bus voor Tilburg Trappers, maar lekker thuis spelen

Eindelijk weer een thuisduel voor ijshockers Tilburg Trappers

Betaald voetbal mocht al weer even op Nederlandse bodem, maar sinds donderdag mogen ook sporters uit andere topcompetities weer aan de bak. De eersten die in actie gaan komen, zijn vrijdagavond de ijshockeyers van Tilburg Trappers. Die spelen weliswaar al vijf jaar in de Duitse competitie, maar van thuiswedstrijden was het een tijdje niet gekomen.

"We zijn superblij natuurlijk", verwoordt Mickey Bastings de gevoelens in de spelersgroep. "Het betekent alles voor ons: niet in de bus hoeven, onze eigen kleedkamers gebruiken. Al is het wel een beetje dubbel. Want wij mogen steeds meer, terwijl heel veel mensen in Nederland juist steeds minder mogen. Een beetje ongemakkelijk voelt dat wel."

Aan de andere kant: dat vanwege de coronacrisis alle amateursport in oktober moest stoppen, terwijl de profvoetballers vrolijk doorspeelden, voelde ook niet helemaal eerlijk. "Wij trainen ook gewoon iedere dag en spelen twee wedstrijden in de week. En dat iedere week."

Heavy

Stilzitten was er echter niet bij voor de Trappers. "In Duitsland werden we wel erkend als topsporter en als prof. Daaraan zie je dat er in Duitsland anders wordt omgegaan met sport. Daardoor draait Duitsland in heel veel sporten ook bovenin mee."

Tilburg Trappers

Bastings en zijn ploeggenoten moesten er wel wat voor over hebben om op niveau te kunnen blijven ijshockeyen. In Nederland mochten ze alleen in kleine groepjes trainen en dan moest contact ook nog eens zo veel mogelijk worden vermeden. "Verre van ideaal natuurlijk. We gingen daarom één keer in de week naar Duitsland om daar als team te trainen."

Maar dat betekende, inclusief de wedstrijden, wel heel veel kilometers in een bus zitten. Achtduizend maar liefst is becijferd. "Dat was wel heavy, ja. Normaal gaan we maar één keer in de week, maar nu was dat ineens drie keer. Daar lijdt je lichaam onder, daar lijd je mentaal onder. En onze gezinnen en ons privéleven ook natuurlijk."

Geen zevende man

"Voor een training moesten we 2,5 uur reizen. Dan vertrokken we hier om een uur of drie, 's avonds om acht uur trainen en daarna weer terug de bus in, weer 2,5 uur. En dat iedere week. Daar ben je op een gegeven moment wel klaar mee."

Dat hoeft vanaf nu niet meer. En dan komen daar de thuiswedstrijden nog eens bij. "Ik denk dat we afgelopen weken ieder weekend wel 20 uur in de bus hebben gezeten, soms nog langer. Wel balen dat we nu thuis zonder publiek spelen. Wij hebben echt heel veel aan ons publiek. Dat is onze zevende man eigenlijk."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl