Vluchtelingen bij de grens tussen Bangladesh en Myanmar
NOS Nieuws

Teruggaan naar Myanmar? Het lijkt verder weg dan ooit

Honderden gevluchte Rohingya moslims zouden dit jaar teruggaan naar huis, terug naar Myanmar. Maar de meesten blijven zitten waar ze zitten, in buurland Bangladesh. Ze zijn te bang om terug te gaan naar hun thuisland.

Eind oktober werden Bangladesh en Myanmar het eens: de 700.000 vluchtelingen moeten terug naar huis. Ze waren op de vlucht geslagen voor het gewelddadige leger dat moslims vermoordde en dorpen en huizen verwoestte. De eerste paar honderd mensen die zouden terugkeren, werden geselecteerd.

Begin november zouden ze teruggaan naar huis, maar in plaats daarvan groeien de vluchtelingenkampen alleen maar, zag correspondent Michel Maas tijdens een bezoek aan een ervan. De Rohingya krijgen nieuwe en betere huizen, gebouwd voor de lange termijn. Teruggaan naar Myanmar? Het lijkt verder weg dan ooit. De Rohingya willen niet terug naar huis.

Opnieuw op de vlucht

De namen van Kolim Ullah en de leden van zijn gezin stonden ook op de vertreklijst. Ze waren als de dood om terug te gaan en dus doken ze onder.

"Toen we hoorden dat we op de lijst stonden om te vertrekken, zijn we opnieuw weggevlucht. We waren bang om terug te gaan naar een kamp in Myanmar. We zijn bang om daarheen terug te gaan", vertelt hij aan Michel Maas.

Kolim Ullah

En dat lijkt terecht. De mensenrechtenorganisatie van de Verenigde Naties waarschuwt dat de leefomstandigheden in de deelstaat Rakhine, waar veel van de vluchtelingen vandaan komen, niet best zijn. "De situatie is niet veilig voor de terugkeerders."

Volgens de VN is er onvoldoende toezicht op de situatie, omdat er geen onafhankelijke media zijn en onafhankelijke waarnemers het land niet inkomen. "Het is van cruciaal belang dat de repatriëring niet overhaast gebeurt." Naar Myanmar teruggaan is daarom voor veel mensen ondenkbaar. Ook voor Ullah. Al is het leven in Bangladesh niet veel makkelijker.

"Ik kan hier in Bangladesh niet werken, en ik mag ook het kamp niet uit. Ik moet de hele tijd in het kamp blijven, waar ik niks kan doen. Ik kan geen winkeltje openen, geen geld verdienen." Dat was volgens Ullah allemaal nog wel te verdragen geweest als de kinderen er niet waren, want die groeien nu op zonder toekomst. "Soms gaan ze naar school, soms niet. Ze kunnen hier geen fatsoenlijke scholing krijgen."

Bekijk hier de reportage van Michel Maas:

'Ik mis mijn land ontzettend'

De regeringen van Bangladesh en Myanmar gaan niemand dwingen om terug te keren beloven ze, maar na alle spanningen gelooft niemand dat meer. Ook Ullah niet.

"Ik heb gehoord dat ze ons opnieuw willen terugsturen, en dat maakt me erg bang. Ik kan 's nachts niet slapen. We hebben hier dezelfde angst als we vroeger hadden in Myanmar."

Maar uiteindelijk weegt ook voor Ullah niets op tegen thuis. "Als je me vraagt hoe ik me voel: ik mis mijn land ontzettend. We zouden met plezier teruggaan, als we maar ons staatsburgerschap zouden krijgen."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl