Shorttrackster De Vries weer fit: met dank aan super-Daan
De shorttrackers maken zich op voor twee belangrijke wereldbekerwedstrijden in Azië. In Seoul en Shanghai moet kwalificatie voor de Olympische Winterspelen van volgend jaar februari worden afgedwongen.
Voor Sjinkie Knegt zal dat geen al te groot probleem worden. Hij heeft bij de wereldbekerwedstrijden in Dordrecht al bewezen in uitstekende vorm te verkeren. "Ik hoop dat de concurrentie geschrokken is", lacht hij.
Voor Daan Breeuwsma en Rianne de Vries, al jaren een koppel buiten de ijsvloer, is dat minder vanzelfsprekend. Beiden kampten de afgelopen weken met fysieke tegenslag, maar inmiddels zijn ze fit genoeg om hun steentje bij te dragen in de Nederlandse ploeg.
Vooral De Vries, de regerend Europees kampioene op de 500 meter, moest van ver komen. Een kleine vier maanden geleden brak zij haar enkel op de training. "Heel lullig, eigenlijk. Ik was gewoon een cirkeltje aan het draaien en kwam over mijn punt heen. Daarna heb ik wat tests gedaan met de sportarts en de fysio. Die dachten dat het mee zou vallen, maar de foto liet wat anders zien."
Wat volgde was een lange revalidatieperiode op een ongelukkig moment. Het olympisch seizoen stond immers op het punt van beginnen. "Mentaal was dat even heel erg hard. Juist in dit seizoen wil je dat niet. Ook niet na wat ik afgelopen jaar allemaal gepresteerd heb. Je hebt dan gewoon heel veel zin in de Olympische Spelen."
Op een gegeven moment draaide ik een beetje door, was ik alleen nog maar aan het trainen.
Vriend Breeuwsma was ook niet volledig fit. Hij kampt al langer met problemen aan de knieën. "Vorig seizoen heb ik mijn linkerknie laten opereren. Dat heeft goed uitgepakt, daar heb ik helemaal geen last meer van. Maar hetzelfde probleem heb ik ook aan mijn rechterknie en je kunt nu eenmaal niet twee knieën tegelijk laten opereren. Dan heb je weinig meer om op te staan. Maar goed, we hebben genoeg fysiotherapeuten rondlopen om het seizoen door te komen."
Dan was er nog de val tijdens de wereldbekerwedstrijd in Dordrecht, begin oktober, die Breeuwsma hard met zijn hoofd in de boarding deed belanden. "Toen voelde ik meteen aan mijn nek dat het niet goed ging. In het ziekenhuis hebben we een check gedaan en daar kwam uit dat het vooral heel beurs en pijnlijk was, maar verder was er gelukkig niets ergs."
Helemaal klachtenvrij is Breeuwsma aan de vooravond van de reeks World Cups in Azië nog niet. "Het is nog wel wat stijf, logisch ook na zo'n klap. Ik mag in mijn handjes knijpen dat het allemaal zo is afgelopen. Maar goed, het gebeurt en ik ben het alweer bijna vergeten."
Opluchting is er ook bij Rianne de Vries. Ze keert terug in de Nederlandse ploeg, waar ze de plaats inneemt van Jorien ter Mors, die de focus legt op het langebaanschaatsen. Eigenlijk komt de rentree sneller dan de artsen hadden verwacht.
"Daar ben ik echt superblij mee, echt geweldig. Mij was gezegd: in december zul je wel weer wedstrijden kunnen rijden. Maar ik zette in op november, en dat is gelukt. Met dank aan een superlijf, superartsen. En aan super-Daan natuurlijk. Die helpt ook mee."
Want dat voordeel heeft het shorttrack-koppel: ze kunnen elkaar mentaal ondersteunen in moeilijke periodes. Breeuwsma: "Ik ben gewend aan blessures. En Rianne heeft ook al de nodige dingetjes gehad. Dat hoort bij onze sport. Je moet dan positief zijn en er niet in blijven hangen. Want anders werkt het tegen je."
De Vries had ook momenten waarop haar vriend de wil om terug te komen bij haar juist moest temperen. "Op een gegeven moment draaide ik een beetje door, was ik alleen nog maar aan het trainen. Toen zei Daan: nu moet je even rust nemen, even wat anders doen en bezig zijn met normale dingen."