Een dakloze vrouw met haar inboedel · NIOD/Beeldbank WO2

Opkopers bij veilingen aangepakt

Functionarissen van de Prijsbeheersing hebben in verschillende steden ingegrepen bij meubelveilingen. In Den Haag, Amsterdam en Hilversum werd erop toegezien dat opkopers niet de kans kregen meubilair weg te kapen voor mensen die het echt kunnen gebruiken.

"Tot vreugde van de kopers die werkelijk iets voor hun huishouden nodig hadden", schrijft de Volkskrant, bepaalden medewerkers van de opsporingsdienst dat de goederen niet boven de getaxeerde waarde verkocht mochten worden.

Bovendien werd voorrang gegeven aan oorlogsslachtoffers, evacués en pasgetrouwden (op vertoon van hun boterbriefje). 'Zwarte pieten' die de meubels zelf duur wilden doorverkopen visten zo achter het net.

Voorgeschreven prijzen

Voor veel goederen, van potplant tot autoband, zijn prijzen voorgeschreven, om extreme inflatie tegen te gaan. Zo bepaalt de Prijsbeschikking Groente en Fruit 1945 dat een kilo radijsjes in Amsterdam 34 cent kost, kroten in Den Haag 14 cent per bos zijn en andijvie in Utrecht 35 cent per kilo is.

Ook voor diensten zijn prijsafspraken gemaakt. Zo moeten kappers hun prijslijsten op een vanaf de straat zichtbare plek ophangen.

Ondernemers die betrapt worden op prijsopdrijving komen voor de tuchtrechter. Die kan bedrijven sluiten, handel verbeurd verklaren en boetes uitdelen.