'Keuvel en Klessebes' mogen nooit meer acteren
Vier collaborerende acteurs zijn voorgoed uit hun beroep gezet door de Ereraad voor het toneel. Doordat ze zich hebben ingezet voor de NSB hebben ze "zich onwaardig gedragen tegenover de Nederlandse cultuur en de beschaving in gevaar gebracht".
Circa veertig anderen krijgen voor kortere periodes een beroepsverbod, variërend van twee tot tien jaar. De zwaarte van de straf werd bepaald door hoelang en hoe actief deze personen betrokken waren bij propagandawerk.
De raad benadrukt dat er nog meer uitspraken zullen volgen voor het "verraad aan de hoogste cultuurwaarden". Daarnaast kunnen de gestraften nog strafrechtelijk worden vervolgd.
Keuvel en Klessebes
Onder de veroordeelden is het acteursechtpaar Piet Rienks en Ceesje Speenhoff. Zij maakten als het duo Keuvel en Klessebes deel uit van een satirisch radiocabaret van de NSB. In grappig bedoelde dialogen maakten ze het vertrouwen in de geallieerden, de gevluchte koningin, Joden en het wantrouwen tegen de NSB belachelijk.
"Waarom berichten we niet naar Londen dat we liever vrede hebben mét NSB'ers dan bevrijd worden als we toch al op het kerkhof liggen", schamperde juffrouw Klessebes bijvoorbeeld. "Liever vandaag nog vrede en boter onder Duitse leiding, dan een familiegraf onder Engelse bescherming, vindt u niet?"
Omdat Rienks ook nog actief betrokken was bij het opsporen van Joden zal hij zich zeker nog voor de rechter moeten verantwoorden.
Antisemitische bagger
Opvallende afwezige onder de namen is Jacques van Tol, onder het pseudoniem Paulus de Ruiter de grote man achter het Zondagmiddagcabaret. In tegenstelling tot andere veroordeelden, die vaak een sappelend bestaan leden tot ze hun kans bij de NSB grepen, had hij juist een bloeiende carrière voor de oorlog.
Van Tol was jarenlang gevierd tekstschrijver voor Snip en Snap, Fien de la Mar en Lou Bandy. Midden in de oorlog raakte hij nog de juiste nostalgische snaar met het Als op het Leidseplein de lichtjes weer eens branden gaan. Maar ondertussen schreef hij ook propagandateksten en virulente antisemitische bagger.
Een liedje over het eigenbelang van de Britten bijvoorbeeld: "Zolang het hun belang is wordt een ieder hulp beloofd, maar ben je van geen nut meer krijg je bommen op je hoofd". Of een honend lied dat NBS'ers geen goed kunnen doen: "Het regent, het hagelt of het vriest. De baby van de slager niest. En morgen is het donk're maan: dat heeft de NSB gedaan".
't Is gewoon mijn vak om dat te kunnen.
Het meest abject was misschien wel zijn parodie van het lijflied van Louis Davids - waarvan hij nota bene zelf het origineel voor de Joodse zanger had geschreven. De Kleine Man is nu het kwetsende De Jodeman geworden: "Hoe slecht het ook een ander ging, hij raakte boven Jan - Die uitgekookte, gaargestookte, vette jodenman".
De draai noemt Van Tol juist een teken van zijn professionaliteit als tekstdichter. "Jongens, als morgen de communisten aan de macht komen en om een paar liedjes over Stalin vragen, dan doe ik dat ook. 't Is gewoon mijn vak om dat te kunnen."