Zelfs Rottum bleef de oorlog niet bespaard
Ook de verste uithoek van ons land kreeg te maken met de oorlog. Rottumeroog werd al op de eerste dag van de bezetting ingenomen door Duitse troepen. Strandvoogd Jan Toxopeus is nu begonnen de veranderingen die zij aanbrachten ongedaan te maken.
Het Waddeneilandje mag dan piepklein zijn en nauwelijks bewoond (het gezin Toxopeus en enkele werknemers), in 1940 werd er toch een detachement militairen naartoe gestuurd vanwege de strategische ligging in de Eemsmonding. Zij gingen ervan uit dat de oorlog aan hen voorbij zou gaan, maar Rottum bleek prioriteit te hebben voor de Duitsers.
Sergeant Bode zag op 10 mei 1940 vanaf het Duitse buureiland Borkum een kleine armada de oversteek maken. 141 mannen in een tiental bootjes waren, bewapend met machinegeweren, aan de overtocht begonnen. Een onderhandelaar met een witte vlag kwam aan land om de commandant te spreken.
"Indien de man verwacht had een officier te spreken, dan moet hij zich bitter teleurgesteld hebben gevoeld toen hij slechts twee sergeanten tegenover zich kreeg", lacht Bode. "Enfin, kwantiteit vergoedde nu de kwaliteit."
Vechten had gelijk gestaan met zelfmoord.
De Duitsers drongen er bij de Nederlanders op aan het eiland zonder verzet over te geven. "Daar stonden we. Wat moesten we doen? Vechten zonder enige kans op hulp van de vaste wal of Terschelling? Het zou gelijk staan met zelfmoord."
De mannen lieten zich zonder gevecht krijgsgevangen maken. "Nauwelijks begonnen of de oorlog was voor ons alweer afgelopen." Een Duitse officier feliciteerde hen met het verstandige besluit. De mannen baalden vooral dat ze hun sigaren en twee verse rollades kwijtraakten.
Het gezin Toxopeus was op dat moment vanwege de Pinksterdagen op het vasteland. Toen ze terugkwamen, schrokken ze van de situatie die ze aantroffen. "De brandkast lag opengebroken achter het huis, zelfs de spaarpotten van de kinderen hadden ze leeggehaald. Een Duitse officier stapte rond met mijn jachtgeweer en in mijn leren jas en schoot op alles wat los en vast zat."
De hond van de familie bleek doodgeschoten, een paard zo mishandeld dat ook hij het niet overleefde. "Toen de meeste mensen de bezetting nog niet zo bar erg vonden, hadden ze ons de heleboel al afgeroofd", treurt Toxopeus.
Het gezin werd kort in een krijgsgevangenkamp vastgehouden, maar mocht uiteindelijk weer terug naar Rottumeroog, waar inmiddels tientallen Duitsers gestationeerd waren. Plannen om een luchtafweerpost te maken vielen in november 1940 letterlijk in het water toen de aangelegde stelling gebouwd bleek op een afkalvend stuk van het eiland.
De bewoners van het eiland moeten ook geregeld aangespoelde lichamen begraven. Zo bracht de stroming in 1940 veel slachtoffers van de strijd rond Duinkerken mee, en spoelden later verongelukte vliegers aan. Onherkenbare resten werden bij de vindplaats begraven, resten die intact genoeg waren kregen een plekje op een begraafplaats op een duin.
In september 1943 werd het gezin Toxopeus alsnog gedwongen naar de wal te verhuizen. Pas op 17 mei slaagt Jan Toxopeus erin terug te keren. De laatste Duitsers zijn dan al vertrokken
Toxopeus is aan het schoonmaken en opruimen. Een uitkijkpost die de Duitsers op de vuurtoren van het eiland maakten is al ontmanteld, vandaag zijn er mannen uit Warffum overgekomen om te kijken hoe de Duitse barakken afgebroken moeten worden. Ook moet de vuurtoren binnenkort worden verplaatst.
Ook is Toxopeus weer begonnen rijshout te plaatsen en helmgras te planten, om de duinen op het immer afkalvende eilandje weer te laten groeien. De strijd tegen de Duitsers mag dan voorbij zijn, die tegen de zee gaat eeuwig door.