Pad naar vrijheid liep door America
Geallieerde vliegtuigen cirkelen boven de Limburgse Peel. Een proefrondje voor een ceremonie over vier dagen in het dorpje America. Op Maria Tenhemelopneming (15 augustus) wordt dan een vernield kruisbeeld weer in ere hersteld.
Dat de bescheiden ceremonie een eigen vliegshow krijgt met vijftien toestellen is een eerbetoon aan de Limburgers die geallieerde vliegers het land uit smokkelden. De spannende verhalen over het gehucht de Zwarte Plak zullen voor veel Nederlanders een eerste kennismaking zijn met dit ondergrondse werk.
"Onze soldaten kunnen niets meer doen, nu is de beurt aan ons", had pastoor Henri Vullinghs al twee dagen na de Duitse inval tegen zijn parochianen gezegd. "Wij zullen de Duitsers dwars zitten waar we kunnen."
Joden, studenten, piloten
Zijn kans kwam al snel. In december van dat jaar klopte een ontsnapte krijgsgevangene op zijn deur. De voortvluchtige Fransman had op hoop van zegen de kerk in het grensgebied opgezocht. Vullinghs voorzag hem van burgerkleding en hielp hem zijn reis voort te zetten naar België.
Anderen volgden. Krijgsgevangenen, maar ook Joden, weigerstudenten en later dus geallieerde piloten. Om hen allemaal weg te kunnen smokkelen riep Vullinghs in zijn preken soms op kleren te doneren "voor een bepaald doel dat intussen algemeen bekend is".
De Zwarte Plak was een ideaal tussenstation in de Peel. Een afgelegen cluster boerderijen, waar de families een enorme schuilkelder hadden aangelegd, compleet met verlichting en kachel. Een waarschuwing voor mond-en-klauwzeer hield pottenkijkers op afstand. Tallozen passeerden hier.
"Het heeft aan spanning niet ontbroken", zegt pilotenhelper Bert Poels. "We knepen hem erg toen er een razzia was bij Smedts, waar vijftien piloten, onderduikers en Joden in de schuilkelder zaten. De SD'ers hebben er minutenlang bovenop gestaan."
De vluchtelingen vertrokken op fietsen naar België (Bert hoopt zijn onkosten daarvoor nog terug te kunnen krijgen), of werden per auto of trein op weg geholpen. In het openbaar deden de mannen zich voor als krankzinnig of doofstom, of begeleid door nepagenten als gevangene.
Sommige leden van de verzetsgroep hebben het werk met hun leven moeten bekopen. Poels' 59-jarige vader stierf op de vlucht voor de Duitsers aan een hartaanval, zijn beste vriend werd na verraad gevangen en doodgeschoten. Twee betrapte saboteurs werden ter plekke doodgeslagen, pastoor Vullinghs bezweek afgelopen april in Bergen-Belsen.
Het enige verschil is dat we nu geen revolver meer op zak hebben.
Toen het front Limburg bereikte, moesten de families evacueren. De Duitsers vonden uiteindelijk de schuilkelder en hebben die vernield. Alleen een groot gat in de grond is nog over. Het kruisbeeld werd in die tijd ook vernield door de Duitsers.
De families hebben nu het boerenwerk weer hervat. "Het enige verschil is dat we nu geen revolver meer op zak hebben", lacht Poels. De ceremonie over een paar dagen breekt de routine: omwonenden zijn van harte welkom dan even een kijkje te nemen bij de schuilplaats.
Bert Poel heeft al een bestemming voor de krans die geallieerde piloten die dag gaan afwerpen. "From the friends of the airforce to the heroes" staat er op de linten geschreven. Poels wil hem op het graf van zijn vader leggen.