Den Helder vreest vertrek marinebasis
Veel heeft marinestad Den Helder moeten doorstaan gedurende de oorlog. Voortdurende bombardementen, plundering door de Duitsers en een massale evacuatie. En nu is het maar de vraag of het offer het waard was: er wordt gespeculeerd dat de vloot een andere thuishaven gaat krijgen.
"Het is niet mogelijk een definitieve uitspraak te doen zolang de sterkte van onze toekomstige vloot niet vaststaat", waarschuwt Marineminister De Booy vandaag in de Heldersche Courant. "Zolang de beslissing niet gevallen is zal de onzekerheid voor de Helderse bevolking dus nog wel blijven bestaan."
Het was voor de oorlog al duidelijk dat de haven te klein is voor grotere schepen als kruisers. Nu er zoveel schade is aangericht en veel van de bevolking is weggetrokken, zou het een opportuun moment zijn de basis ook maar te verplaatsen in plaats van opnieuw op te bouwen.
Vlissingen of meer centraal gelegen plekken als Rotterdam of IJmuiden zouden een goed alternatief kunnen zijn voor de basis in de kop van Noord-Holland. Dat zou evenwel betekenen dat een groot deel van de 37.000 inwoners weg zal blijven. Momenteel wonen er zo'n 21.000 personen in de stad.
Vaak gebombardeerd
Het vertrek van de marinebasis zou extra zuur zijn omdat Den Helder er tijdens de oorlog zoveel offers voor heeft gebracht. 117 keer werd de stad gebombardeerd, zo'n 180 inwoners zijn omgekomen, bijna 3000 huizen verwoest of beschadigd.
Op de eerste oorlogsdag kreeg de stad het al zwaar te verduren. Zelfs kort na de Nederlandse capitulatie voerden de Duitsers er nog een bombardement uit. Anderhalve maand later, in de nacht van 23 op 24 juni werd de binnenstad weer zwaar getroffen. Er moest zelfs brandweer uit Alkmaar en Amsterdam komen om te helpen blussen.
"De lucht in ons tuintje was al na de eerste explosies vol kruitdamp en stof", zag de vluchtende huisarts Vroom. "De bomexplosies die geregeld op elkaar volgden waren oorverdovend hard. Of alles kapot moest. Alleen het naakte bestaan bleef over."
"Toen het bombardement een half uur had aangehouden, kreeg ik even de aandrang om te willen opvliegen. Liever buiten plat op de grond liggen dan te blijven in een afgesloten schuilgelegenheid", vervolgt Vroom. "Zonder strijd te sterven lijkt dubbel zwaar."
Na dit bombardement begon de trek uit de stad, van burgers die bang waren dat de geallieerden zouden blijven aanvallen. Anderen sliepen 's nachts uit voorzorg in de duinen, in verlaten bunkers of onder de blote hemel.
In november 1943 moesten alle inwoners vertrekken zodat de Duitsers er de Atlantikwall konden aanleggen. In en rond de stad verdwenen huizen om 800 bunkers te kunnen maken. Terugkeer was na bevrijding niet onmiddellijk mogelijk: daar moest men een pasje bij de gemeente voor aanvragen.
"Toen ik zag wat hier vernield is, kreeg ik tranen in mijn ogen", reageerde kolonel Buennick bij terugkeer. "De enige troost is dat wij Den Helder mooier kunnen opbouwen dan het vroeger was."
Veel inwoners kijken echter eerst even de kat uit de boom nu er onzekerheid heerst over de terugkeer van de marine. Volgens De Booy moet het parlement de toekomst uitstippelen.
"Alles is geschikt te maken. Dat kost geld. Voor Den Helder, zowel als voor elders. Deze aangelegenheid zal zorgvuldig bestudeerd moeten worden."
Een ding wilde hij wel verduidelijken tegen de krant: hij is niet principieel anti-Den Helder. "Nee, dat is niet waar. Ik ben sinds 1919 praktisch niet meer in Den Helder geweest - een enkele keer om te zeilen, anders niet. Maar tegen Den Helder? Nee dat ben ik niet."