Een Nederlander deelt een sigaretje met een Australische collega · NIMH

Ruzie met Australië over Indiëgangers

Er is een diplomatieke rel ontstaan tussen Nederland en Australië over de komst van Indiëgangers. Het land wil terugkomen van afspraken over huisvesting en training van de koloniale macht. Nederland eist uitleg.

Vorig jaar september sloot Nederland een principeakkoord met Australië: als het Europese deel van het koninkrijk bevrijd zou zijn, zouden er 30.000 rekruten opgeleid kunnen worden. Zo zou er minder reistijd zijn als de troepenmacht in Nederlands-Indië actie moet komen.

De Nederlandse regering gaat er namelijk van uit dat de Amerikanen eind dit jaar, begin volgend jaar eiland voor eiland de Japanners uit de kolonie verdrijven. De Nederlandse militairen zouden stapsgewijs ingezet kunnen worden om de koloniale macht te herstellen.

Woordbreuk

Hoewel inmiddels de eerste mannen en vrouwen zijn aangekomen, krabbelt de Australische premier Chifley terug. Nu de Japanners in hun regio geen bedreiging meer vormen, wil hij zijn bevolking wat verlichting bieden. De vorige maand aangetreden premier zit niet te wachten op buitenlandse missies nu hij net het Australische leger heeft ingekrompen.

"Je kunt niet van ons vragen nieuwe verplichtingen aan te gaan als we onze eigen oorlogsspanningen afschalen om noodzakelijke bijstellingen in de maatschappij te verwezenlijken", vindt de Labour-premier. De beschuldiging van woordbreuk wijst hij resoluut van de hand, omdat er volgens hem alleen voorwaardelijke afspraken waren.

De Nederlandse vertegenwoordiging heeft op hoge poten verdere uitleg gevraagd. Een bron zegt in de Australische media dat ons land zich bedrogen voelt en er zo miljoenen worden verspild. Nederland heeft immers al investeringen gedaan.

Oppositieleider Menzies neemt het op voor Nederland. Volgens hem kan het overtollige Australische materieel juist prima worden verkocht aan het nieuwe koloniale leger. Hij betoogt bovendien dat zo'n grote toestroom van buitenlanders Australië voor Europeanen op de kaart zal zetten, terwijl het gekibbel de goede band met Nederland juist schaadt.

De regering gaat ondertussen door met de opbouw van de strijdmacht voor Indië. Een bijzonder fenomeen en exemplarisch voor de Nederlandse strijdlust is de oprichting van streekbataljons door het hele land. Jonge mannen, vaak tijdens de oorlog al lid van het verzet, melden zich gezamenlijk aan voor de strijd in Indië.

Rond Haarlem hadden zich eind juni al 885 oorlogsvrijwilligers aangemeld. Door alle schaarste in ons land is hun opleiding behelpen: kleding is er niet voldoende, wapens en munitie ook niet en het ontbreekt aan een officierskader om hen op te leiden. Geen wonder dat Australische steun zo belangrijk is.

In het al langer bevrijde zuiden hebben de streekbataljons al wat meer ervaring opgedaan. Zo werken Limburgers uit de buurt van Heerlen samen met de Amerikaanse bezettingsmacht rond München. Deze eenheid zal dus al eerder naar Indië kunnen afreizen.