Mislukte oogst dreigt: 'koren verkleurt al'
De landbouw heeft zo te lijden gehad onder de oorlog, dat een misoogst dreigt. Minister Mansholt waarschuwt dat er snel meer arbeidskrachten nodig zijn. En dat is nog maar het begin.
"Het koren verkleurt reeds en binnen enkele maanden moeten het veld geruimd worden. Daarom alle hens aan dek."
"Er is voor het binnenhalen van de oogst een groot tekort aan werkkrachten. Ik doe dan ook een ernstig beroep op ieder wiens plaats in de landbouw behoort te zijn, zich van zijn verantwoordelijkheid bewust te zijn."
Zwaarder, maar minder betaald
Het tekort heeft verschillende oorzaken. Ten eerste zijn er natuurlijk veel arbeidskrachten door de Duitsers meegevoerd. Daarnaast valt er in de verwoeste steden ook veel te verdienen. Het opruimwerk wordt beter betaald, terwijl het werk op het platteland langer en zwaarder is. Vrijwilligers die enthousiast uit de steden komen, houden het meestal niet lang vol.
Wat ook niet helpt is dat het brood momenteel onder kostprijs wordt verkocht. Het zou 27 cent moeten kosten, maar er kan slechts 20 cent voor worden gevraagd. Het kabinet heeft honderden miljoenen uitgetrokken voor compensatie aan de boeren, maar dat zal de loonverschillen niet meteen oplossen.
Een eerdere oproep leverde niet voldoende geschoolde arbeidskrachten op. Zo moest het aanbod van padvindersgroepen worden afgeslagen. Bovendien zijn er transportproblemen bij personeel uit de steden. Plannen om NSB-boeren in te zetten lopen stuk op gebrek aan voldoende bewakers.
Niet gezaaid
Overigens is oogsten überhaupt in lang niet alle landbouwgebieden mogelijk. In de Betuwe zijn boomgaarden door onkruid overwoekerd omdat er nog altijd mijnen in de grond liggen. Door de natte herfst en razzia's in november kwam men in de Noordoostpolder niet aan zaaien toe.
Daarnaast werd in de hongerwinter zaaizaad gedorst om er brood mee te maken. Op de plekken waar de velden wel vol staan is veel materieel meegeroofd door de Duitsers. Ook de benodigde paarden en tractors zijn veelal verdwenen.
Terughalen
Het eigenhandig terughalen van gestolen vee en goederen is geen optie, ontdekten enkele Limburgers die de grens overstaken. Ze kregen twee jaar cel van een geallieerde rechter toen ze twaalf koeien terughaalden.
De Waarheid spreekt er schande van. De krant merkt op dat er van de 2853 koeien, 741 paarden en 12.000 kippen in het dorpje Bergen nog maar 94, 44 en 50 zijn achtergebleven. "Niet de Duitse, maar de Nederlandse boer moet het eerst geholpen worden", schrijft de krant.
Minister Mansholt kan er weinig aan doen, de geallieerden volgen simpelweg het oorlogsrecht. Hij kan alleen gespaarde boeren vragen vee af te staan voor minder fortuinlijke collega's.