Tekening van de bevrijding, door Jo Spier · Nationaal Archief

De gecompliceerde bevrijding van Jo Spier

"Het is een verdomd rottig misverstand." Valse beschuldigingen noemt Jo Spier de insinuaties over hoe hij en zijn gezin de oorlog hebben overleefd. "Maar de mensen die me wat kunnen schelen weten wel hoe het écht zat."

Als de populaire cartoonist van De Telegraaf is de 45-jarige Spier een echte bekende Nederlander. Met zijn licht ironische tekeningen schetste hij de Nederlandse samenleving van het interbellum. Een spotprent over de verduistering kostte hem in oktober 1940 zijn baan, te defaitistisch was het oordeel van de bezetter.

Toch had zijn werk hem inmiddels machtige vrienden opgeleverd: Anton Mussert waardeerde zijn tekeningen en regelde dat de Joodse Spier en zijn gezin ontzien werden bij antisemitische maatregelen. Geen Westerbork maar apart ondergebracht in Doetinchem.

Het transport dat uiteindelijk toch ook voor hen volgde ging niet naar Auschwitz, maar naar Theresiënstadt, waar ook andere prominente Joden werden ondergebracht. Een propagandakamp, waar het leven iets beter was dan in de vernietigingskampen.

Verbloemd

Toen de eerste overlevenden uit Theresiënstadt halverwege juni in Amsterdam terugkeerden, was Spier daar niet bij. Op last van de Russen opgepakt door de Tsjechen, vertelden zijn lotgenoten. Waarom was niet verteld, maar Spier zou te bereidwillig zijn geweest om de nazi's te helpen.

Zo had hij in het kamp lieftallige tekeningen gemaakt die de miserabele werkelijkheid volledig verbloemden. Ook werkte hij mee aan een propagandafilm die de nazi's in Theresiënstadt opnamen en gaf hij al te enthousiaste toespraken aan Nederlanders over het arbeidsethos in het kamp.

Spier zou zich te ijverig hebben ingezet voor "Hitlers coulissenstad". Er werd hem kwalijk genomen dat hij "leugens tekende". Natuurlijk, er was sprake van dwang, maar waarom dan niet ook tekeningen van de honger, de luizen, de wandaden van de SS? Laf wordt hij genoemd, een slap figuur.

Ik vecht tegen een onzichtbaar kwaad.

Jo Spier

Weerwoord komt er niet publiekelijk van Spier, al vindt hij alle verdachtmakingen "écht lelijk". "Ik vecht tegen een onzichtbaar kwaad. Was er maar een serieuze aanklacht, dan had ik me daarop kunnen vastbijten."

Liever probeert hij zijn leven weer op te bouwen. Moeilijk, want spullen die hij bekenden in bewaring gaf, krijgt hij niet terug.

"Eens gegeven blijft gegeven", zei er een, "We zijn zo aan het antieke kastje gewend geraakt. We willen het graag houden", zei een ander. Zijn moeders ring was volgens zeggen door de SS gepikt. "Verder heb ik maar niemand meer om iets gevraagd."

Psychologisch moet hij ook nog herstellen. "Ik miste iets en ik wist niet wat. Tot ik me realiseerde dat ik de angst miste", zegt Spier. "Ik had vijf jaar met angst geleefd en de angst was in die vijf jaar een levenskameraad geworden."