Amerikaanse marineschepen hebben vanochtend een aanval uitgevoerd bij de Baai van Tokio. De Japanners boden nauwelijks weerstand bij de aanval op vier Japanse schepen die op acht kilometer van de monding van de baai voeren.

De Britten en Amerikanen rukken steeds verder op in Azië. Amerikaanse jagers van de Derde Vloot naderden de Japanse hoofdstad na een aanval op een Japans konvooi.

Het Amerikaanse offensief heeft waarschijnlijk drie schepen van het Japanse konvooi vernietigd, een vierde raakte zwaar beschadigd. De geallieerde vloot, waaronder de USS DeHaven, bleef ongedeerd.

En dat mag een wonder heten. Een bemanningslid noemt de aanval gekkenwerk, een zelfmoordmissie, vanwege de aanwezigheid van mijnen in de baai, het Japanse afweergeschut op de oevers en de onderzeeërs in het gebied. Maar het bleef stil aan Japanse zijde.

De Japanse schepen werden aangevallen toen ze vanuit de Baai van Tokio op weg waren naar open zee. Nadat de Amerikanen de schepen op hun radar hadden gespot besloten jagers van de Derde Vloot terug te keren om het Japanse konvooi op te wachten.

Hopeloze situatie

Tegelijkertijd voerden andere schepen aanvallen uit op het eiland Chichijima. Ook daar kwamen de Amerikanen ongeschonden uit. De aanval geeft gelijk antwoord op de vraag hoe het staat met de Amerikaanse vloot. Want sinds woensdag was er niets meer over vernomen tot vandaag generaal McArthur met een communiqué kwam over de vorderingen van de marinemacht.

Afgelopen woensdag hebben Britse en Amerikaanse bommenwerpers ook luchtaanvallen uitgevoerd rondom Tokio en omgeving, van de marinewerf van Yokosuka tot aan het gebied ten noorden van de Japanse hoofdstad. De geallieerden liepen daarbij minimale verliezen op, maar voor de Japanners was de schade groot.

Het feit dat de vloot zich zo makkelijk kan opdelen in kleinere konvooien die zich midden in vijandig gebied kunnen begeven zegt iets over de zwakte van de Japanners. Maar van opgeven willen ze nog steeds niks weten, hoe hopeloos de situatie ook is.