'Troosteloos gezicht': oorlog raakte ook de natuur
De verwoesting is niet alleen groot in de Nederlandse steden. Ook de natuur heeft veel te lijden gehad onder het oorlogsgeweld, blijkt uit inventarisaties van Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten.
Moeder Natuur "verkeert nu in dezelfde toestand als andere gastvrouwen in deze oorlogstijden", meent een journalist die in Brabant de schade opnam. "Zij willen haar vrienden onthalen als vroeger, maar 't gaat niet. In dit oord van vrede heeft de oorlog huisgehouden. Niets of niemand heeft de gruwel gespaard, ook de bossen niet."
De oorzaken van de kaalslag lopen wijd uiteen. Op sommige plekken werd het hout geplunderd of opgestookt in de hongerwinter, elders veroorzaakten oorlogsgeweld en inundaties de schade. Schattingen over hoeveel er precies verloren is gegaan lopen uiteen van 10 tot 50 procent van het areaal.
Roofbouw en plundering
Al in de eerste oorlogsjaren ontstond schade door roofbouw. Toen houtimport uit Scandinavië wegviel, moesten Nederlandse bossen balken voor de mijnbouw gaan leveren. Alleen al in de drie zuidelijke provincies werd volgens Staatsbosbeheer vier keer meer hout gekapt dan in 1939 in heel Nederland: 2 miljoen kubieke meter.
Naast deze 'officiële' kap kreeg men in de hongerwinter nog te maken met plundering wegens brandstoftekorten. In en rond de grote steden verdwenen bomen steeds meer uit het straatbeeld. Door het hele land hebben burgers mogelijk 600.000 kubieke meter hout geroofd.
Tegen het eind van de oorlog veroorzaakte de strijd veel schade: op de Veluwe werden boomtoppen kapotgeschoten en granaatscherven reten door boomstammen. De Loonse Duinen in Brabant is een van de zwaarst getroffen gebieden van de stichting Natuurmonumenten. De Duitsers bliezen hier rond Dolle Dinsdag munitieopslagplaatsen op die ze in het natuurgebied hadden gebouwd.
Eerder waren al bomen omgehakt om wegversperringen te maken of het schootsveld vrij te krijgen. Zo verdween bijvoorbeeld een groot gedeelte van het Haagsche Bos. Bij het Zeeuwse Renesse kapten de Duitsers veel dennen rond Kasteel Moermond om 'rommelasperges' voor het strand te maken, staken in het zand die bij een landing amfibievoertuigen en tanks tegenhouden.
In Noord-Groningen stierven veel bomen door inundaties met brak water. Het biedt "een winterse aanblik", verzucht een journalist. "Van veel boerderijen is hier de gehele beplanting, meestal bestaande uit essen, iepen, populieren en wilgen, dood, hetgeen een troosteloos gezicht oplevert." De dode bomen worden snel gerooid, om er planken, klompen en brandhout van te maken.
De schade in het zuidelijker Asser Bos wordt al geraamd op een kwart miljoen gulden en dan is het wegwerken van loopgraven, tankgrachten en bunkers in het oerbos nog niet meegerekend. Staatsbosbeheer wil het herstel zo snel mogelijk beginnen, omdat herfststormen de losstaande bomen in het uitgedunde bos harder zullen treffen.
Meer dan twee geslachten zullen zich tot het uiterste moeten inspannen.
Dat werk wordt bemoeilijkt door een gebrek aan arbeidskrachten en tekorten van nieuwe aanplant. Bovendien liggen er op sommige plekken nog munitie of landmijnen, wat het werk gevaarlijk maakt. Daarnaast is de vraag naar hout nog steeds onverminderd door de wederopbouw. Staatsbosbeheer is van plan veel populieren te planten, een snelgroeiende boomsoort die goed bruikbaar hout oplevert.
"Als men het nu maar groots aanpakt, dan kan men anderhalf jaar na de bevrijding geheel op streek zijn en doet de tijd de rest", belooft natuurbeschermer Marinus van der Goes van Naters. Een houtvester uit Brabant is somberder: "Meer dan twee geslachten zullen zich tot het uiterste moeten inspannen om het verloren gegane bos te doen herrijzen."
Apostel der natuurliefde
Extra tragisch is dat men bij het werk de nestor van de Nederlandse natuurbescherming zal moeten missen: Jac. P. Thijsse overleed begin januari aan 'hartzwakte'. Door een populaire vogelgids, de Verkadealbums en de oprichting van Natuurmonumenten groeide hij uit tot "apostel der natuurliefde".
Thijsse werd in januari begraven in zijn geliefde duinen bij Bloemendaal, met op zijn kist een natuurboeket met bessen, katjes en kardinaalshoedjes. "Wij zullen u missen", zei een collega-natuurbeschermer op de wegens de oorlog bescheiden uitvaart, "doch zullen voortbouwen in uw geest".