Filipijnen bevrijd: ‘Japanners vochten tot de dood’
De lange, bloedige veldtocht van de Amerikanen op de Filipijnen is geëindigd: de volledige archipel is bevrijd. De laatste restanten van de Japanse krijgsmacht, die zich nog in de bergen verschansen, worden nu gezuiverd.
"Dit bericht vult ieder Filipijns hart met de grootste tevredenheid", zegt president Osmeña. "Onze oprechte dankbaarheid aan Amerika, en in het bijzonder aan generaal MacArthur, voor de permanente uitroeiing van de Japanse dreiging en de zekerstelling van vrede, veiligheid en vrijheid voor de mensen in dit land."
Ik kom terug.
In 1942 werden de Amerikanen verdreven uit de Filipijnen, hun voormalige kolonie. MacArthur deed toen de stellige belofte: "Ik kom terug".
In oktober 1944 maakte hij deze belofte waar. Toen landden zo'n 500.000 Amerikaanse militairen, waaronder de generaal, op het eiland Leyte, om hier aan hun opmars te beginnen.
Nu, 250 dagen later, zijn de Filipijnen dan eindelijk volledig bevrijd. MacArthur noemt de bevrijding van Luzon, het laatste eiland waar de Japanners verdreven moest worden, "een van de meest verbitterde slagen uit de Amerikaanse geschiedenis".
De Japanse troepenmacht op de Filipijnen bestond uit 23 divisies, terwijl de geallieerden vochten met slechts 17 divisies. "Dit is een van de zeldzame gevallen waar, in een lange campagne, een grondmacht superieur in aantallen, totaal vernietigd is door een qua aantallen inferieure tegenstander."
Vechten tot de dood
"De Japanners hebben met grote verbittering gestreden", schrijft Trouw. "Zij hebben, zoals overal waar zij in het nauw werden gedreven, liever gevochten tot de dood, dan dat zij zich gevangen gaven. Hun verliezen zijn dan ook ongekend groot geweest."
Naar schatting zijn er tijdens de gevechten meer dan 400.000 Japanners omgekomen en ruim 10.000 Amerikanen. Ook Filipijnse burgers hebben het moeten ontgelden: tijdens de gehele Japanse bezetting zijn er ongeveer één miljoen omgekomen.
Massamoord
Een deel hiervan kwam om tijdens één van de massale moordacties van de Japanners. Toen de Amerikanen in februari dit jaar de hoofdstad Manilla naderden, is één tiende van de bevolking uitgemoord, zo'n 100.000 mensen.
Manilla is nu één grote ruïne. Ook in de rest van het land is de verwoesting door het oorlogsgeweld groot. De suikercultuur, die voor de oorlog de voornaamste bron van inkomen was in de Filipijnen, is totaal verwaarloosd. De wederopbouw hiervan zal meer dan vijf jaar in beslag nemen.
Op de Filipijnen wordt nu een machtige basis gebouwd, van waaruit de Amerikanen hun militaire operaties kunnen voortzetten. "Van onze richting zal de beslissende klap worden uitgedeeld - de klap die het voor de Japanners onmogelijk zal maken om de wreedheden die zijn toegepast op onze vredelievende volken, te herhalen", zegt de Filipijnse president Osmeña vol trots.
Ook de Amerikaanse president Truman is ervan overtuigd dat de basis in de Filipijnen een belangrijke rol zal spelen in de 'knockout-slag' van Japan.
Nu de Japanners zijn verjaagd van de Filipijnen, worden ze gedwongen hun greep op het naastgelegen Nederlands-Indië los te laten, schrijft Het Parool. "De bevrijding van Indonesië komt tastbaar nader. Het lot van de Japanse overweldiging wordt bezegeld!"