Oude straatnamen keren terug
De Amsterdamse Euterpestraat is hernoemd. De oude straatnaam zou te veel blijven herinneren aan het beruchte hoofdkwartier van de Sicherheitsdienst dat op nummer 99 was gevestigd. Daarom wordt de naam veranderd in Gerrit van der Veenstraat, naar de verzetsstrijder.
"Euterpestraat was hetzelfde als terreur, bloed en tranen", vat Vrije GEdachten samen. "De lieflijke juffrouw Euterpe werd het gehate groene uniform aangetrokken en dat vergeven wij haar niet", schrijft De Waarheid over de Griekse muze van de poëzie. "Het is zaak dat de naam Euterpestraat van ieders lippen verdwijnt."
Het nieuwe naambordje werd onthuld bij een ceremonie die werd bijgewoond door meerdere verzetsstrijders en kunstenaars. De twee dochters van de verzetsman plantten een rozenboom onder het bord.
Er zijn de afgelopen weken meer "bordjes verhangen" nu de Duitsers weg zijn. De bezetter had in 1942 namelijk afgekondigd dat verwijzingen naar Joden of levende leden van het koningshuis taboe waren.
Zo heette in Groningen de Wilhelminakade voortaan Plantsoenkade, werd een naar de koningin vernoemde laan in Voorburg de Admiraal De Ruyterlaan en vernoemde Maastricht de Wilhelminabrug nu naar Sint-Antonius. De Beatrixtunnel in Hilversum werd simpelweg Tunnel.
Op andere plekken koos men voor vervangende namen die nog wel de historische band met de Oranjes behielden, zoals het Wilhelminaplein in Voorburg dat naar Willem de Zwijger werd vernoemd of Juliana van Stolberg (stammoeder van de Oranjes) die de naam van een Hilversumse laan overnam van prinses Juliana. Een park dat in Utrecht naar de koningin was vernoemd werd het Nassaupark, naar het Duitse hertogdom.
Geen Mozes en Aäron
In Amsterdam verdwenen Joodse namen, voor bijvoorbeeld de Sarphatistraat (die een tijdje Muiderschans heette), het Wertheimpark (Parktuin), Jonas Daniël Meijerplein (Houtmarkt) en de Jozef Israëlskade (vernoemd naar zijn collega Toorop).
Ook de naam van de prominente sociaaldemocraat Wibaut moest wijken, dat werd de Weesperpoortstraat. De bijbelse Mozes en Aäronstraat werd het prozaïsche Poststraat.
Alle veranderingen werden kort na de bevrijding teruggedraaid. In het Sarphatipark (ooit Bollandpark, naar de antisemitische filosoof) keerde zelfs het borstbeeld van de Joodse stedenbouwer en weldoener terug. Het had eigenlijk verpulverd moeten worden, maar werd in de kelder van het Stedelijk Museum veiliggesteld.
De terugkeer van het kunstwerk werd gevierd met een defilé van kinderpraalwagens, een bal en een concert. Op het moment dat het monument werd onthuld, klonk het Wilhelmus en gingen de fonteinen in het plantsoen weer aan.