Bevrijde kampgevangenen, leden van het verzet, gestrande Nederlands-Indiërs en zestig ondernemende vrouwen. Het is een bont gezelschap dat vandaag aankomt in Sydney. Het zijn de eerste eenheden uit Nederland die in Indië zullen gaan vechten.

De 400 mannen vormen het begin van de Nederlandse strijdmacht die zal worden ingezet in Nederlands-Indië. Ze hebben de afgelopen tijd een spoedcursus van 3 maanden gehad in Engeland, maar zullen hun opleiding in Australië afmaken.

De vrouwen horen bij het Vrouwenhulpcorps, dat ondersteunende taken zal verrichten voor het leger. Een deel is verpleegkundige, anderen zullen chauffeur worden of administratief werk gaan doen. Zeventien van de vrouwen komen mee met hun echtgenoot. Voor sommigen was de boottocht naar de andere kant van de wereld hun huwelijksreis.

Onder de oorlogsvrijwilligers zijn veel mannen en vrouwen die de Duitse terreur aan den lijve hebben ondervonden. Zo heeft kapitein Van Schendel als gijzelaar vastgezeten in Buchenwald. Hij was een van de Nederlanders die werd opgepakt om te garanderen dat Duitsers in de Nederlandse koloniën goed behandeld zouden worden.

Zelf werd hij redelijk behandeld, maar hij maakte de gruwelijkheden van het kamp wel mee. "Joden en Polen van 20 of 30 zagen eruit alsof ze 50 waren", zegt hij tegen de Australische pers.

Ook herinnert hij zich de aankomst van 3000 politieke gevangenen. "Ze liepen naakt voor het kamp om gebaad, ontluisd en medisch gekeurd te worden. Ze hadden haast geen vlees meer op hun botten. Ik heb nooit een vreselijker schouwspel gezien."

Ontsnapt

Christiaan Hoefsloot sloot zich aan bij de nieuw opgerichte strijdmacht omdat hij een band heeft met de kolonie: hij is geboren op Java. Dat hij de taal verstaat is een groot voordeel.

Hoewel hij nog maar begin twintig is heeft hij al veel meegemaakt. In 1942 moest hij naar Hamburg voor de Arbeitseinsatz. "Na zware RAF-aanvallen moest ik helpen de doden te bergen. Honderden lichamen. Ze werden opgestapeld op straat, besproeid met ontsmettingsmiddel en in brand gestoken."

In de chaos wist hij te ontsnappen en terug naar Den Haag te komen, waar hij moest onderduiken. Uiteindelijk lukte hem de frontlinie te passeren om zich bij dit nieuwe leger aan te sluiten.

Op sterkte in 1946

Het is de bedoeling om ruim 20.000 Nederlanders op te leiden in Australië voor de strijd in Azië, in aanvulling op de 50.000 man marinepersoneel in het gebied. Bovendien wil de regering in Nederland nog een expeditieleger opzetten van 100.000 man. Dit is naast de 50.000 militairen die nodig zijn voor dienst in eigen land en de bezettingsmacht in Duitsland.

De verwachting is dat er zich genoeg vrijwilligers zullen aanmelden voor dienst in Indië. Mocht dat niet zo zijn, dan zullen dienstplichtigen die in 1946 20 of 21 zijn, worden opgeroepen. De regering gaat ervan uit dat Japan pas medio 1946 zal zijn verslagen. Dat moet genoeg tijd zijn om het leger weer volledig op kracht te brengen.