Portret van onderduikbaby Ruth Michaelis alias Marijke van Waasdijk · Johan van Dijk

Joodse kinderen zoeken ouders (en andersom)

"Gezocht: onze kinderen Flipje (9 jaar) en Elsje (6 jaar). Voorheen afzonderlijk ondergedoken bij Arnhem", klinkt een advertentie van een zekere A. Surlay in het Arnhems Dagblad van vandaag.

De kranten staan de afgelopen weken vol met dergelijke oproepen van Joodse ouders, die op zoek zijn naar hun kinderen. Vaak zijn het ouders die tijdens de oorlog afzonderlijk van hun kinderen zijn ondergedoken en het zicht op ze zijn verloren.

Andersom wordt er ook koortsachtig gezocht naar de ouders van de duizenden Joodse pleegkinderen in Nederland. Zo publiceerde het Nieuw Israëlitisch Weekblad vandaag een lijst van opgedoken kinderen in Friesland, in de hoop dat vader en moeder zich naar aanleiding hiervan melden.

"De Vries, Jopie (vermoedelijk schuilnaam), is ongeveer 5 jaar", begint de beknopte omschrijving van een van de vele Joodse minderjarigen op de lijst. "Zegt zelf: 'Ik kom van de Hofmeyerstraat 22 in Amsterdam'. Aankomst 22 of 23 Augustus '43. Bijzonderheden: Jopie praat over oom Sam en tante Suusje, een zusje Suzanne (baby) en oma Levi."

Er zijn verschillende organisaties die trachten Joodse ouders en kinderen te herenigen. De belangrijkste is de Rijkscommissie voor Oorlogspleegkinderen (OPK), die direct na de bevrijding in het leven is geroepen.

De organisatie gaat over de officiële registratie van pleegkinderen. "Honderden ouders hebben de weg erheen al gevonden en in vele gevallen mogen horen dat hun kinderen het goed maken", schrijft Kroniek van de Week, "Al hebben de slechte verbindingen, vooral met het zuiden, ten gevolge dat het weerzien nog niet plaats kan vinden."

Mijn ouders! Ik was hen volledig vergeten.

Peter (6)

Desalniettemin zijn er al kinderen herenigd met hun ouders. Zoals de 6-jarige Peter Hein. In april 1943 ging hij als kleuter apart van zijn ouders in onderduik; dat leek hen veiliger. Na tal van onderduikadressen eindigde hij aan het eind van de oorlog in de Utrechtse wijk Ondiep, bij het gezin Jongerius. Hij voelde zich er al snel thuis.

Vlak na de bevrijding kreeg Peter van 'pa en moe' te horen dat hij zijn echte ouders terug zou zien. "Mijn ouders! Ik was hen volledig vergeten", zegt Peter. "Wanneer had ik ze voor het laatst gezien? Hoe zagen ze eruit?"

Zijn ouders kwamen te voet van het huis waar ze ondergedoken hadden gezeten, slechts 10 kilometer verderop. Vlak voor de hereniging was de sfeer gespannen in Huize Jongerius en die spanning bleef. "Toen het moment daar was, zag ik twee vreemde mensen met wie ik niets wilde. Toen ik met ze mee ging, dook ik eigenlijk opnieuw onder bij vreemde mensen."

Het is wennen voor de kleine Peter, maar het gaat al stukken beter.

Andere Joodse kinderen wachten nog steeds in spanning af of ze hun vader of moeder ooit nog terug zullen zien. De 9-jarige Tom Dormits, sinds 1942 ondergedoken, eindigde zijn reis langs 35 onderduikadressen bij 'oom Gerrit' en 'tante Geetje' in Vroomshoop, waar hij nu nog steeds is.

Toms vader zat in het communistische verzet en pleegde in 1941 zelfmoord, toen hij in Rotterdam op het politiebureau zou worden verhoord. Van zijn moeder heeft hij voor het laatst iets gehoord in juni 1943, toen ze hem een briefkaart stuurde vanuit Kamp Westerbork. "Ze is een hele sterke vrouw, ze zat zwaar in het communistische verzet", zegt Tom trots over zijn moeder.

Weeskinderen

De kans is groot dat een deel van de Joodse kinderen niet herenigd wordt met hun ouders. Sommige ouders werden verraden op hun onderduikadressen, anderen konden alleen onderduik regelen voor hun kinderen, met als gevolg dat ze gedeporteerd werden naar de vernietigingskampen.

Wat er met de weeskinderen gaat gebeuren is nog niet helemaal duidelijk. Vooralsnog blijven ze bij hun pleegouders, die hen tijdens de oorlog opvingen. Mogelijk blijven ze hier voorgoed.

"Als de pleegouders het kind gaarne willen houden en zij in staat zijn om het kind een voeding te geven overeenkomstig zijn aanleg en het milieu waaruit het stamt, als bovendien het kind geheel in het gezin is gegroeid, dan willen wij die banden niet losrukken", zegt Gezina van der Molen, voorzitter van de OPK.

Verzoek om inlichtingen

Het stuit op kritiek vanuit de Joodse hoek; zij willen dat de kinderen in een Joodse omgeving worden opgevoed. Zij zijn sowieso niet blij met de OPK, omdat Joden slechts een kleine minderheid in de commissie hebben.

Vooralsnog heeft de OPK gegevens verzameld van meer dan 1400 Joodse ondergedoken kinderen, maar vermoedelijk zijn er nog veel meer. De OPK verzoekt pleegouders en anderen die inlichtingen kunnen verschaffen over de kinderen, zich te melden.