NSB-leider Rost van Tonningen dood
Een van de meest invloedrijke collaborateurs van ons land is dood. Meinoud Rost van Tonningen (51) viel vanmorgen vroeg vanaf de vierde verdieping van de Scheveningse Strafgevangenis zijn dood tegemoet.
De Haagsche politieman Erwich zag het gebeuren. Hij was net binnengekomen toen Rost van Tonningen met zijn toiletemmer zijn cel werd uitgeleid.
"Hij deed een stap richting trappenhuis, liet plotseling het tonnetje vallen, stapte op de balustrade af en gooide zich er met zijn hoofd voorover overheen."
Radicaal
Rost van Tonningen was een van de meest prominente NSB'ers. Hij gaf een carrière als diplomaat op om Kamerlid te worden voor die partij. Hij kwam bekend te staan als een radicaal nationaalsocialist: het kwam zelfs tot een handgemeen in het parlement nadat een collega hem voor landverrader had uitgemaakt.
Gedurende de oorlog vervulde Rost meerdere belangrijke functies. Zo was hij verantwoordelijk voor de gelijkschakeling van socialistische organisaties, werd hij de hoogste man op het ministerie van Financiën en president van De Nederlandsche Bank.
Zijn prominente posities had hij deels te danken aan de goede relaties met de bezetter. Met Himmler, Seyss-Inquart en Rauter kon hij het beter vinden dan met Mussert. In tegenstelling tot zijn eigen partijleider pleitte hij ervoor Nederland te laten opgaan in een groot Duitsland, terwijl Mussert de autonomie van ons land wilde behouden.
SS-huwelijk
Struikelblok voor zijn ambities binnen de nazipartij was zijn stamboom: onderzoek had uitgewezen dat er in de 18e eeuw Indisch bloed in zijn afstamming was te vinden. Zijn zo geambieerde lidmaatschap van de SS kon hij daarom vergeten.
Een SS-huwelijk werd hem nog wel gegund. Op Winterzonnewende 1940 trouwde hij met de 20 jaar jongere Jeugdstormleidster Florrie. SS-leider Rauter was tafelheer bij het feest. Ze kregen drie kinderen, van wie de jongste eind april ter wereld kwam. Zijn vader zou hem nooit zien.
Met de gestage ondergang van het Derde Rijk was het voor Rost eindelijk mogelijk geworden een SS-uniform aan te trekken: begin januari mocht hij zich als Obersturmführer melden bij de Landstorm, om aan het front in de Betuwe te dienen.
Zijn vrouw kon hem nog één keer zien voordat hij op 8 mei in handen van de Canadezen viel. Toen die doorhadden wie ze hadden opgepikt, werd hij aan de Nederlanders overgedragen.
Hoewel haar man enkele dagen geleden al eens een zelfmoordpoging deed, is zijn weduwe Florrie ervan overtuigd dat haar man vermoord is, na een zware mishandeling.
Mijn man is in de gevangenis vermoord. Hij wist te veel.
"Toen mijn man weer na een vreselijke nacht naar buiten werd gedreven om hem met een volle ton fecaliën te bevuilen, heeft een bewaker hem plots gegrepen en over een 1,25 meter hoge leuning van het trapportaal gewerkt", is de lezing van Florrie.
"Mijn man is in de gevangenis vermoord. Hij wist te veel", zegt ze. "Als je vrijwillig van de galerij springt, breek je hooguit je nek, ligt niet je hele hoofd in poeier."
Agent Erwich gelooft er niets van. "Het lijkt me onhandig iemand te vermoorden terwijl je wordt bekeken door tientallen vreemden van wie je niet weet hoe ze zullen reageren."