Met een kranslegging en een bevrijdingsdefilé over de Dam is de Prinses Irenebrigade onthaald in Amsterdam. Het in ballingschap bijeengeveegde Nederlandse legeronderdeel werd als overwinnaars begroet in de hoofdstad.

Duizenden inwoners waren naar de Dam gestroomd gestroomd om te zien hoe generaal-majoor Forster, commandant van de Canadese 1e Infanterie Divisie, de parade afnam. Een politieorkestje speelde marsmuziek terwijl de mannen voorbijkwamen.

Nederlands legioen

Het legeronderdeel bestaat uit Nederlandse militairen die na de overgave aan Duitsland in mei 1940 naar Engeland konden ontkomen, Engelandvaarders en Nederlanders in het buitenland die hun dienstplicht vervullen of zich vrijwillig aanmelden.

Veel Nederlandse militairen hadden ons land weten te ontkomen na de capitulatie van mei 1940. Via België en de Franse havens Brest en Cherbourg bereikten ze richting Groot-Brittannië. Tot juni kwamen er 120 officieren, 360 onderofficieren en 980 korporaals en soldaten aan in Groot-Brittannië. De Nederlandse groep ging verder onder de naam 'Detachement Koninklijke Nederlandse troepen in Groot-Brittannië', al snel gevolgd door het 'Nederlandsch Legioen'.

De Koninklijke Nederlandse Prinses Irene Brigade werd op 11 januari 1941 opgericht in Congleton, Engeland. De sterkte van de brigade heeft geschommeld tussen 1200 en 3500 man. Tot de invasie werd het onderdeel op verschillende plekken in Engeland getraind en ingezet voor voornamelijk (kust)bewakingstaken. Na de landing in Normandië hielp het legeronderdeel mee bij de bevrijding van Frankrijk, België en Nederland.

Normandië

Eind juni 1944 werden de militairen overgebracht naar een tentenkamp om er samen met onder andere de Belgische Brigade oefeningen in groter verband te doen. Uitrusting en bewapening werden gecontroleerd, rantsoenen en Frans geld uitgedeeld. Op 6 augustus, twee maanden na D-day, vertrokken 1200 man samen met de Belgische Brigade naar Normandië.

Vanuit het schiereiland vocht de brigade zich richting huis. Op 2 september kon de Seine worden overgestoken, later vocht men in België nabij Houthalen en Laak in de frontlijn. Hier wachtte de brigade de Market Garden af.

Tijdens die operatie was de Prinses Irene Brigade belast met het bewaken van bruggen over de Maas en de Waal die nodig waren voor de geallieerde aanval. Nadat de opmars naar Arnhem was gestrand werd de PIB ingeschakeld voor de bevrijding van Brabant, waar bijvoorbeeld op 25 oktober Tilburg werd ontzet. Op 8 mei was de brigade een van de eerste eenheden die het bevrijde Den Haag mocht binnentrekken.