Minister ziet een land in puin: herstel kost jaren
Het is nu drie weken na de bevrijding en iedereen in ons land kent wel een plek waar de verwoestingen te zien zijn. Soms in de eigen straat, maar altijd wel in de buurt, verderop in het dorp of in de stad.
Minister Tromp van Waterstaat en Wederopbouw reisde de afgelopen dagen rond om een totaalbeeld te krijgen en is enorm geschrokken. Het zal jaren duren voordat alles is hersteld, waarschuwt hij.
"Zeeuws-Vlaanderen is een stuk verwoeste aarde, Walcheren is volkomen verdwenen. In Nijmegen ligt de binnenstad volledig tegen de grond, in Venlo is geen huis onbeschadigd en in het gebied tussen Venlo en Nijmegen woont geen sterveling meer, letterlijk alles is daar verdwenen."
"Er hangt een beklemming over deze kale, verlaten vlakte, die ons doet snakken naar een menselijk wezen. Het gehele gebied is door de Duitsers ondermijnd en overal waar men zijn voet neerzet, loert de dood", vertelt Tromp. En hij zag meer: "In de Betuwe hetzelfde beeld van troosteloze verlatenheid; maandenlang lag het gebied onder Canadees artillerievuur. Arnhem is voor een groot deel verwoest en ook de streek tussen Arnhem en Rhenen is volkomen ontvolkt."
"Dan het zuiden. Den Bosch is zwaar gehavend, Schijndel bestaat niet meer. Sluizen en bruggen zijn verwoest, de kanalen leeggestroomd. In de kanalen liggen de wrakken van opgeblazen en gestrande schepen. Electrische centrales zijn leeggeroofd en vernietigd, alleen de centrale in Nijmegen is als door een wonder gespaard gebleven."
In vergelijking met de ontzettende vernielingen in het zuiden vallen de verwoestingen in het noorden nog mee, zegt de minister: "Het ernstigste is hier het ondergelopen Wieringermeer: 20.000 hectare oogstrijp land is aan de golven prijsgegeven. De sluizen hebben de moffen opgeblazen. De wereldsluis bij IJmuiden is zwaar gehavend. In het oosten zijn de kanalen vrijwel overal in tact, maar veel bruggen liggen in het water."
De regering hoopt dat binnen vijf jaar het grootste deel van de schade zijn zal hersteld. "Maar", waarschuwt dr Z. van der Meer, algemeen secretaris van de Dienst voor de Wederopbouw, "bij de zwaarste gevallen gaat dat langer duren."
"Voor de herbouw van het Bezuidenhoutkwartier in Den Haag rekenen we met minstens vijf jaar. Voor de binnenstad van Rotterdam moet gesproken worden van vijf a tien jaar." Hij vertelt dat al tijdens de oorlog in het diepste geheim in Den Haag uitvoerig is overlegd over de wederopbouw.
"We gaan heel snel noodwoningen bouwen", zegt Van der Meer, "maar wel een beperkt aantal, omdat het de bedoeling is zo snel mogelijk over te gaan tot woningbouw in normale uitvoering met normale materialen. In geen geval revolutiebouw!"
Door het hele land zijn 70 a 80.000 woningen vernield, maar het tekort loopt wel op tot 250.000 huizen. In sommige steden is de toestand heel slecht: Arnhem is een echte spookstad. Van de 25.000 huizen bleken er niet meer dan 145 onbeschadigd te zijn.
Groot probleem is nu vooral het gebrek aan transportmiddelen. De regering heeft bij SHAEF, het hoofdkwartier van de opperbevelhebber van de geallieerde landen, 25.000 vrachtauto's aangevraagd, waarvan er 5910 zijn toegezegd. Ook wil men snel beginnen met het herstel van de spoorverbindingen en spoorbruggen, vooral om de verbinding tussen noord en zuid te herstellen.
Met het herstel van de elektriciteitsvoorziening gaat het voorspoedig. De meeste centrales in het westen zijn nog in redelijke staat. Waar de Duitsers vitale onderdelen hebben weggehaald, heeft de regering al nieuwe onderdelen laten vervaardigen in Zwitserland.
Bij Geertruidenberg komt snel een hoogspanningskabel over de Bergse Maas, waarmee vanuit Antwerpen Zuid-Holland tot aan Leiden weer van stroom kan worden voorzien. De regering is van plan om Duitse krijgsgevangenen in te zetten bij de aanleg van deze kabel. Zo is er ook een plan om in het verwoeste gebied van Noord-Limburg gearresteerde NSB'ers en collaborateurs in te zetten. Daartoe zouden daar barakkenkampen moeten worden gebouwd.
Had het twee weken langer geduurd, dan had de schade nooit meer hersteld kunnen worden.
Volgens minister Tromp, is de bevrijding op het allerlaatste nippertje gekomen. "Indien het twee weken langer had geduurd, zou de schade nooit meer hersteld kunnen worden. Want bekend is dat de Duitsers van plan waren om Noord- en Zuid-Holland geheel onder water te zetten, en Utrecht voor tweederde deel."
"Dat had betekend dat 4 miljoen mensen hadden moeten evacueren uit een land dat voor een vijftien of twintigtal jaren onbewoonbaar zou zijn geweest. Evacueren waarheen? Naar het lamgelegde oosten of het volledig gedesorganiseerde zuiden?"
"Gelukkig zijn wij voor deze ramp gespaard gebleven." De minister zegt het met enige opluchting.