Massagraf ontdekt in Bloemendaalse duinen
Weken na de bevrijding is het druk in het uitgestrekte duingebied bij Haarlem. De Amsterdamse begrafenisondernemer Johan Bleekemolen heeft bekend dat hij, in opdracht van de Sicherheitsdienst (SD), vanaf november 1944 hier een nog onbekend aantal gefusilleerde mannen in massagraven begraven heeft. Vandaag zijn er tien lichamen opgegraven.
Het stuivende duinzand heeft elk spoor uitgewist en de graven ontraceerbaar gemaakt. Vandaag begon daarom een lugubere zoektocht.
"Om ongeveer elf uur werd met de opgravingswerkzaamheden begonnen en werden in één graf, op een diepte van ongeveer één meter, tien lijken, opeengehoopt en ongekist, gevonden. Zij bevonden zich in vergevorderde staat van ontbinding", vertelt officier van justitie Wassenbergh.
Een ware beproeving
Dokter Wamsteker heeft de leiding gekregen over de opsporing en identificatie van de begraven gefusilleerden. Hij is behalve medisch specialist ook commandant van de Binnenlandse Strijdkrachten in Haarlem. Bij het identificeren van de slachtoffers wordt hij ondersteund door diverse deskundigen, zoals patholoog-anatomen.
De opgravingen worden gedaan door 26 leden van de Gezagstroepen, voornamelijk leden van de Haarlemse Binnenlandse Strijdkrachten (BS) en door personeel van de Haarlemse gemeentebegraafplaatsen. "De atmosfeer waarin gewerkt werd op deze zomerse dag, onder de brandende zon, maakte dit werk tot een ware beproeving", vertelt een van de opgravers.
Zoeken naar herkenningstekens
Hoogstwaarschijnlijk gaat het om de lichamen van tien mannen die op 9 februari in Zaandam gefusilleerd zijn door de SD. Omdat de lichamen al enige tijd geleden begraven zijn, is het lastig ze te identificeren.
Het achterhalen van de identiteit van de slachtoffers zal gebeuren op basis van schouwingsrapporten en herkenningstekens, zoals restanten van kleding, plukjes haar en in jas en broekzakken aangetroffen voorwerpen. Wat het proces extra bemoeilijkt, is het feit dat de lichamen zijn ontdaan van schoeisel en trouwringen.
Tijdens de oorlog heeft de SD honderden personen, vaak verzetsstrijders, geëxecuteerd. Dit gebeurde meestal als represaille voor aanslagen die het verzet pleegde. Om te voorkomen dat deze verzetsstrijders een eervol graf kregen, kreeg Bleekemolen - sinds 1936 lid van de NSB - eind vorig jaar de opdracht om de lichamen onopvallend te laten verdwijnen.
Bleekemolen werd hierin geassisteerd door Pierre van Lee, ook een NSB'er. Van Lee is mede-eigenaar van Begrafenis-Automobielbedrijf Alto in Amsterdam. Hij leende zijn vrachtauto aan Bleekemolen en samen haalden zij kort na de executies de gevallenen op en brachten hen naar de duinen. Hier groeven zij de kuilen, waarin ze de lijken legden.
Langs dit duingebied liep de Atlantikwall, de Duitse verdedigingslinie. Het terrein is verlaten en omgeven door mijnenvelden. Bleekemolen en Van Lee konden zodoende ongezien hun gang gaan.
Direct na de bevrijding werd Bleekemolen in Amsterdam door de Politieke Opsporingsdienst gearresteerd en verhoord. Ook werd zijn administratie in beslag genomen. Hieruit is gebleken dat de tien lichamen die vandaag zijn opgegraven hoogstwaarschijnlijk niet de enigen zullen zijn. De komende tijd zal de zoektocht in de duinen naar overige slachtoffers voortgezet worden.