‘Troosteloze verwoesting’ in havens Amsterdam en Rotterdam
"De werf ligt dood. Op de helling een schip, opengebarsten en verscheurd. In de grote werkplaats een stilte als in een lege kerk. Scherven en splinters overal. Een beeld van troosteloze verwoesting."
Het zijn de woorden van een verslag in Trouw over een tochtje langs het IJ en de Amsterdamse havens. Het oorlogsgeweld heeft hier, net zoals in de Rotterdamse havens, diepe sporen achtergelaten.
Doodse stilte
"Wind en zon spelen over het water", gaat het verslag verder. "Het is hier vreedzaam, te vreedzaam. Waar het oorverdovend geratel van klinkhamers de stilte verscheurde en duizenden nijvere handen bouwden aan onze trotse vloot, heerst nu de rust van het kerkhof."
De tocht gaat langs leeggeroofde loodsen, opgeblazen kranen en kades en gezonken schepen, die soms als versperring dienen. De vernielingen zijn grotendeels veroorzaakt door de Duitsers. Zij wilden koste wat kost voorkomen dat de geallieerden gebruik zouden kunnen maken van de havens, als de stad was bevrijd.
De schade aan de Amsterdamse havens is aanzienlijk. Toch is er reden voor optimisme. Zo is het de Duitsers niet gelukt de voornaamste haventoegang te versperren. Het was de bedoeling het schip de Tjikini voor de toegang te laten zinken, om als blokkade te dienen. Maar voordat het schip zonk, dreef het af.
Bovendien is de Hembrug onbeschadigd gebleven, evenals de havens die hier ten westen van liggen. Geheel onbruikbaar zijn de Amsterdamse havens dus niet.
Interim-burgemeester De Boer noemt het opbouwen van de havens "een levenskwestie". Met het herstel zal onmiddellijk worden begonnen. Hiervoor is de stichting 'Wederopbouw Amsterdam' in het leven geroepen.
Vernielingswoede in Rotterdam
De Rotterdamse havens zijn er nog erger aan toe dan de Amsterdamse. De schade wordt geschat op zo'n 100 miljoen gulden.
"Geen Rotterdammer zal ze ooit vergeten", schrijft Het Vrije Volk, "die donkere dagen van september 1944, enkele weken na de voorbarige vreugde van Dolle Dinsdag...Over heel de stad dreunt het geweld van zware explosies."
"In de Maashaven, de Rijnhaven en de Waalhaven slaan diepe trechters in de kaden, brokkelen de muren af, storten de forse laadbruggen in en tuimelen de slanke kranen voorover in het water. Loodsen en vemen gaan in vlammen op. De rivier is bedekt met stof en as, met half versplinterde balken en planken. Duizenden dode vissen, de witte buik naar boven, drijven met de ebstroom naar zee."
Rotterdams "dierbaarste bezit" heeft zware klappen moeten vangen. Maar de grote vrees dat de havens door de verwoestingen onbruikbaar zouden zijn, is ook hier niet uitgekomen.
Terwijl de linkeroever is vernield, is de rechteroever nog vrijwel intact. En deze vertegenwoordigt ongeveer 35 procent van de totale capaciteit van de havenwerken, die na het uitbaggeren van de havens volledig benut kan worden.
Opleving
"Ondanks vernielingen en versperringen, is er een begin van een opleving in de havens", aldus Het Vrije Volk. Er zijn inmiddels al meerdere geallieerde schepen binnengelopen, met duizenden tonnen aan voedsel aan boord. Voornamelijk vis in blik, biscuits en vlees. Dat is hard nodig, want er heerst nog steeds een hongersnood in West-Nederland.
Gisteravond voer voor het eerst in vijf jaar een schip met Nederlandse vlag de Rotterdamse haven binnen. Het is de Van der Capellen, met aan boord een lading palmpitten en grondnoten.
Burgemeester Oud heette de bemanning van het schip vandaag hartelijk welkom. "In onze haven heeft lang stilte geheerst, alleen onderbroken door het doffe gedreun van de vernielingen, die de vijand heeft aangericht", zei hij. "Uw komst in de haven van Rotterdam doet ons een grote dag beleven. Moge het aantal schepen, dat te Rotterdam binnenvalt, zich snel vermeerderen."