Duizenden gevorderde radiotoestellen teruggevonden
In Amsterdam zijn in opslagplaatsen bij het Oosterdok duizenden radio's teruggevonden, die de bezetter twee jaar geleden had opgeëist. De toestellen zijn vrijwel allemaal nog voorzien van een kaartje met de naam van de eigenaar erop, dus binnenkort kunnen de autoriteiten beginnen met de teruggave ervan.
Het is alleen wel de vraag of ze nog bruikbaar zijn, want bij een eerste inspectie blijkt dat in heel veel gevallen de Duitsers vaak alle lampen eruit hebben gehaald. Zonder die lampen doen radio's het niet.
De Duitsers verboden al in juni 1940 om te luisteren naar de uitzendingen van Radio Oranje. Wie het toch deed, riskeerde een gevangenisstraf van tien jaar, plus enorme geldboetes. Veel hielp dat niet.
Toen de Duitsers stoorzenders gingen inzetten, ontwierp technicus Erik Schaaper samen met Jan Corver in 1942 de zogenoemde moffenzeef. Met dat apparaatje kon je thuis die stoorzenders weer wegdrukken.
Na een grote landelijke staking van april/mei 1943 eisten de Duitsers dat iedereen zijn radio inleverde; volgens de bezetter was de protestactie namelijk mede opgezet via de geheime uitzendingen vanuit Londen.
De invordering van de radiotoestellen begon op 13 mei 1943, toen overal bekendmakingen verschenen dat ze moesten worden ingeleverd. Gevangenisstraf of zelfs executie dreigde voor wie dat niet deed.
Maar of dat wel werkte? Meteen bij het inleveren bleek al dat men vooral veel oude toestellen van rond 1930 bracht, om later gekochte toestellen te verbergen. Alleen al in Amsterdam zijn zo'n 140.000 vergunningen uitgegeven, maar er werden niet meer dan 70.000 radio's ingeleverd.
De mof is als de dood zo bang Dat wij een seintje krijgen op 't tijdstip van zijn ondergang....! De Britse zender moet dus zwijgen
Er waren bij het begin van de oorlog circa 1,2 miljoen radio's ingeschreven, maar de Duitsers haalden er 'slechts' 800.000 binnen. Daarvan verdwenen er in de loop van de tijd zo'n 300.000 richting Duitsland. Nu eens stuurden ze 5000 van de modernste apparaten naar de SS, dan weer 10.000 naar Berlijn.
Vaststaat dat de radio's die nu zijn teruggevonden als ze al werken de slechtste zijn die erbij zaten. "Een radiokerkhof" oordeelt een journalist van Het Parool. Hij oordeelt dat zijn stadsgenoten niet veel hoop moeten koesteren.
Radio Oranje te volgzaam
Met de toestellen die de Nederlanders verstopten achter de kast, in het schuurtje en onder de vloer, konden ze de afgelopen jaren het nieuws uit Londen volgen, hetzij via de BBC, hetzij via Radio Oranje. Maar op die laatste ontstond aardig wat kritiek, met name omdat de zender vaak te volgzaam was.
Radiomaker Jan Willem Lebon zegt nu: "Ik moest al mijn teksten voorleggen aan de Nederlandse ministers die in Londen zaten. Het woord 'moffen' streepten ze dan meteen door, want zelfs tegenover de Duitsers moest ik objectief blijven."
Ook het verzet was niet erg tevreden over Radio Oranje. Ze vonden dat de zender vaak slecht geïnformeerd was, te veel luisterde naar de autoriteiten en te weinig deed om de verzetsstrijders te ondersteunen. Radio Oranje besteedde bijvoorbeeld geen aandacht aan de Februaristaking, terwijl men precies wist wat er in Nederland aan de hand was.
Ontslagen
Hierdoor groeide de populariteit van de zender voor zeevarenden, De Brandaris. Die begon in 1941, ook vanuit Londen, en was een stuk brutaler. In oktober 1942 besloot het kabinet de twee samen te voegen. A. den Doolaard van De Brandaris kreeg een grotere rol en hij was veel kritischer over de Duitsers.
Van alle oorspronkelijke medewerkers van Radio Oranje mocht alleen Loe de Jong blijven. Hij gaf in zijn weekoverzicht veel achtergrondinformatie, en was daardoor populair.
Van tijd tot tijd hield koningin Wilhelmina een redevoering voor de zender. Op een stormachtige dag, vertelt Den Doolaard nu, zei ze tegen hem dat ze wel "extra luid zou spreken, want mijn stem moet natuurlijk wel boven het geluid van de golven uitklinken". Dat was volgens Den Doolaard niet echt nodig, omdat de techniek goed genoeg was.
De koningin dacht even na en zei toen: "Mijne heren, techniek is maar techniek, ik spreek zo luid als ik kan".
Nadat de bevrijding van ons land was begonnen, besloot de regering in Londen een tweede zender op te richten, die vanuit de Philipsfabrieken in Eindhoven ging werken. Radio Herrijzend Nederland maakte zijn eerste uitzending vorig najaar, op 3 oktober.
De nieuwe zender is inmiddels misschien nog wel belangrijker dan Radio Oranje. Amsterdammers die hun radio nu na 2 jaar weer terugkrijgen kunnen dus kiezen waarop ze afstemmen.