Rouwstoet op weg naar de begraafplaats van de Nederlands Hervormde Kerk · Regionaal Centrum Vecht en Venen

Meer dan tweehonderd slachtoffers door chaos bij bevrijding

Vinkeveen is in diepe rouw, overal hangen de vlaggen halfstok. Twee lange rouwstoeten trokken vanmiddag door het dorp voor de begrafenis van zes leden van de Binnenlandse Strijdkrachten. Drie van hen werden begraven op de katholieke begraafplaats, de andere drie op de begraafplaats van de Nederlands Hervormde Kerk.

Hun tragische dood is het gevolg van een confrontatie met Duitse troepen op 5 mei, de dag dat Nederland eindelijk vrij was. De BS'ers waren begonnen met het ontwapenen van Duitse militairen. Dat mocht niet, maar op veel plaatsen was dat niet bekend. Bij de ontwapening kwam een Duitser om het leven. Dat leidde tot een gevecht, waarbij zes BS'ers en drie Duitse militairen omkwamen.

Tijdens het gevecht doorzochten de Duitse soldaten meerdere huizen in Vinkeveen om te kijken of de BS'ers zich daar verscholen. De 12-jarige Anton Steenbergen was samen met zijn zusje als evacué uit Wageningen ondergebracht in een van die boerderijen.

"Wij lagen in de huiskamer op de knieën voor het raam naar buiten te kijken richting kruispunt. Er kwamen toen Duitsers de kade en de boerderij oprennen. Ze gooiden handgranaten door de vensters van de slaapkamer en voorkamer. Hangkasten waren doorzeefd met granaatscherven."

Onherkenbaar verminkt

De lichamen van twee BS'ers werden pas een dag later gevonden. Voordat ze werden doodgeschoten waren Piet van Beek en Toon Schockman ernstig mishandeld op de plaats waar eerder een Duitser was omgekomen.

Mensen in de buurt hoorden de schoten, maar durfden niet te gaan kijken. Toen de lichamen de volgende ochtend werden gevonden, waren ze nauwelijks herkenbaar door de vele verwondingen. Piet werd 25 jaar, Toon Schockman stierf op zijn 27ste.

Een van de omgekomen BS'ers, Jan Jetten, zou juist vandaag in het huwelijk treden. De geplande feestdag is nu een dag van rouw geworden. Jans verloofde blijft alleen achter.

En zij is niet de enige. De confrontatie in Vinkeveen zorgde indirect ook nog voor een slachtoffer in de polder bij Oukoop. Daar ontstond een gevecht tussen Duitse soldaten en twee leden van de Binnenlandse Strijdkrachten, die op weg waren om in Vinkeveen te helpen.

Toon van Weerdenburg liep op dat moment dijkwacht in de polder. Een activiteit die veel Nederlanders de laatste tijd hebben moeten uitvoeren, aangezien de Duitse soldaten nog regelmatig inundaties uitvoerden.

Vergiffenis? Dat kan ik nooit van mijn leven.

Weduwe van Toon van Weerdenburg

Tijdens het gevecht tussen de BS'ers en de Duitsers werd Van Weerdenburg geraakt door een kogel. Zijn vrouw werd er zo snel mogelijk bijgehaald, maar het was te laat. Toen ze haar man bereikte, was hij al overleden.

Toon had die ochtend nog een aantal BS'ers die met opgepoetste geweren over straat liepen gewaarschuwd voorzichtig te zijn en ze gezegd "dat de haan nog niet had gekraaid". Een hoge officier uit het verzet is naar de weduwe van Toon gegaan om haar om vergiffenis te vragen. Maar zij antwoorde hem: "Dat kan ik nooit van mijn leven".

Ze is alleen achtergebleven met twee dochters en drie zoons. Het gezin had het tijdens de oorlog al moeilijk om rond te komen en dat zal nu nog moeilijker voor ze worden.

Veel slachtoffers

In tientallen dorpen en steden in het westen van Nederland hebben de afgelopen dagen nog gevechten plaatsgevonden tussen de Binnenlandse Strijdkrachten en de Duitsers. Daarbij zijn zeker 160 Nederlanders omgekomen en ongeveer zestig Duitsers. Allemaal na de capitulatie op de Lüneburger Heide.

De meeste slachtoffers zijn gevallen op de Dam in Amsterdam. Daar kwamen 32 Nederlanders om het leven toen leden van de Kriegsmarine vanuit de Groote Club het vuur openden op de feestvierende menigte.

Het is nog onduidelijk hoe het kan dat er nog zo veel gevechten zijn ontstaan, maar het lijkt erop dat in meerdere dorpen en steden de BS'ers zijn begonnen met het ontwapenen van de Duitsers, ondanks de orders van de geallieerden om dat niet te doen.

Verschillende BS'ers kregen echter van hogerhand wel te horen dat zij Duitsers moesten ontwapenen. Waarschijnlijk heeft dat te maken met de moeizame communicatie tussen de verschillende BS-groepen.