De bijeenkomst in de Nieuwe Kerk · Nationaal Archief

Verzet ontmoet elkaar voor het eerst op de Dam

Het was een gideonsbende in de Nieuwe Kerk in Amsterdam, deze Hemelvaartsdag. Gereformeerden en hervormden, communisten en socialisten, liberalen en rooms-katholieken. Allemaal verzetslieden die elkaar nu soms voor het eerst zagen.

"Ieder van hen had gedurende de ondergrondse tijd heel wat 'trefs' gehad, maar steeds met een paar man", legt de verslaggever van verzetskrant De Waarheid uit. "Hierdoor ontmoetten wij elkaar voor het eerst, waarschijnlijk ook in deze vorm althans voor het laatst."

Een toepasselijke plek vond de ondergrondse krant Paraat. "Hier zijn de Nederlandse vorsten gekroond, hier liggen de grootsten van ons volk begraven, hier zijn in bewogen dagen mensen bijeengeweest om troost te zoeken en te danken."

A. den Dollaard van Radio Oranje, overgekomen uit Londen, voelde tussen al deze vreemden een "ontroerend gevoel van saamhorigheid". "Onder de preekstoel zaten naast elkaar een communist met een rode das, een ouderling, een aanvoerder van de verzetsbeweging die effectenhandelaar is en een jongeman die nooit een ander beroep heeft gehad dan aanvoerder van een Knokploeg."

"Wij menen dat vooroorlogse tegenstellingen niet meer reëel zijn", betoogde verzetspredikant Buskes hoopvol. "Als wij nu van elkaar vervreemden, en elkanders taal niet meer verstaan, dan zouden de doden hun leven voor niets hebben gegeven."

Hij sloot zijn toespraak af met een motto waarin hij de titels van de belangrijkste verzetskranten verenigde: "Het Parool blijft: Trouw aan de Waarheid in Vrij Nederland."

Breuklijntjes

Ook de hoofdredacteur van Vrij Nederland nam het woord. Voor sommige aanwezigen was het toen pas duidelijk dat achter het pseudoniem Sjoerd van Vliet de journalist Henk van Randwijk was schuilgegaan.

Hij herinnerde aan de mensen die niet aanwezig konden zijn omdat de vrijheid "betaald moest worden met bloed en tranen". "Doch de geschiedenis leert ons dat die offers de vrijheid en eenheid waard zijn."

Ondanks de eendrachtigheid zag verzetsblad Paraat toch al iets van de oude verzuiling terugkeren toen aan het einde van de bijeenkomst het Wilhelmus werd aangeheven. "Een groep communisten staat eerbiedig op, maar zingt niet mee."

Jaren zijn verloren, maar wij kunnen de eeuw winnen.

Henk van Randwijk

Een dag eerder had het Wilhelmus ook al geklonken toen bij feest op de Dam de Nederlandse vlag met oranje wimpel werd gehesen. De vlaggen van de VS, Groot-Brittannië en de Sovjet-Unie volgden.

"Jaren zijn verloren, maar wij kunnen de eeuw winnen", hield Van Randwijk de uitzinnige menigte hier voor.

Onverwacht was ook premier Gerbrandy gearriveerd met twee ministers. Hij stond aanvankelijk "stil genietend over de Dam rond te zien", zag De Waarheid, maar toen nam de kleine Fries het woord.

"Ik breng een speciaal saluut aan Amsterdam. Ik kan niet zeggen welk een vertroosting het was voor de regering in Londen dat de bevolking het hoofd niet in haar schoot heeft gelegd."

'Nieuw leven'

In de mensenmassa vonden soms ontroerende herenigingen plaats. Zo kwam de net vrijgelaten Trouw-man Jan Smallenbroek (schuilnaam Van Andel) bekenden tegen. Omdat hij aan het eind van de oorlog was opgepakt, hadden slechts weinigen durven hopen dat hij de bevrijding zou halen; er waren zelfs al herdenkingen voor hem geweest.

Ook de net vrijgelaten Arie van Namen was op het plein aanwezig. "Zwevend ben ik de gevangenis uitgewandeld en in de armen gevlogen van hen met wie ik drie, vier jaar lang lief en leed heb gedeeld", verzucht hij. "Ik heb een nieuw leven gekregen. We zijn allemaal vrij."