Als manna uit de hemel: voedsel gedropt in Nederland
Het is een van de spannendste vluchten die Bob Upcott ooit heeft moeten maken. De Canadese RAF-piloot heeft opdracht gekregen de eerste voedseldropping boven Nederland uit te voeren, ook al ontbreekt toestemming van de Duitsers. Upcott en zijn bemanning zijn proefkonijn.
"Aan de kust was de luchtverdediging recht op ons gericht", zag Upott na een uur vliegen uit Engeland. "Tanks hielden ons onder schot. We keken recht de lopen in."
Mocht de vijand het vuur openen, dan had het vliegtuig geen enkele kans. In plaats van op kilometers hoogte moest er op slechts enkele honderden meters worden gevlogen, om de voedselpakketten heel te houden als ze gelost worden. Bovendien was er geen munitie aan boord: zou Upcott terugschieten, dan was de hele operatie gedoemd.
Bad Penny
Upcott heeft zijn kist Bad Penny genoemd, in de hoop dat het spreekwoord waar is: a bad penny always comes back. De zeven bemanningsleden hebben allemaal wat losse centen als talisman op zak.
De geallieerden staan klaar om dagelijks honderden vluchten naar hongerend Nederland te sturen, met tonnen voedsel aan boord. Operatie Manna, naar het voedsel dat in de Bijbel uit de lucht kwam vallen. De plannen zijn via de radio bekendgemaakt en bij de voedselconferentie in Achterveld officieel aan de bezetter meegedeeld, maar Seyss-Inquart heeft er formeel nog niet mee ingestemd.
Upcott kon zien hoe welkom zijn lading is. "We vliegen laag genoeg om de uitdrukkingen op de gezichten van de mensen te zien. Prachtig om te zien hoe ze zwaaien en juichen. We horen ze niet door de motoren, maar je kunt zien dat ze hun longen eruit schreeuwen. We hadden allemaal een brok in onze keel."
De 15-jarige Pieter Buttenaar uit Bussum zag tijdens een hongertocht de Bad Penny overkomen. "Ze vlogen zo laag, ik dacht dat ze zouden crashen. Ze moesten uitwijken voor de kerktoren."
"Ik dacht dat we gebombardeerd gingen worden. Ik dook in een greppel en zag de Lancaster heel laag overkomen. Ik kon de schutter zelfs naar me zien zwaaien."
Renbaan Duindigt was het doelwit van de Bad Penny en haar begeleidende zustervliegtuig. Bij de uitgekozen zones hebben de Duitsers luchtafweer geplaatst, voor het geval er stiekem toch paratroepen aan boord waren. Ook deze militairen zullen blij zijn geweest dat er 274 zakken bloem, eipoeder, poedermelk en chocolade neerploften op het terrein.
De Nederlandse overheid heeft overhaast groepen vrijwilligers bijeengebracht om de noodhulp te bergen. Zij worden goed gecontroleerd of ze geen voedsel achteroverdrukken, al grijpt niemand in als ze snel een mondvol uit opengeknapte zakken snaaien.
Eenmaal veilig boven de Noordzee seinde de Bad Penny dat de missie was geslaagd. Meteen maakte de luchtvloot zich in Engeland klaar voor vertrek, nog altijd op zijn hoede dat het niet een Duitse valstrik is om honderden toestellen neer te schieten.
Bij de landing merkte Upcott dat een enkele militair zich inderdaad niet had kunnen inhouden: er werd een kogelgat bij de staart van het toestel ontdekt. "Gelukkig hield het afweergeschut zich aan het staakt-het-vuren", concludeert Upcott. "Het had vreselijk kunnen aflopen als de Duitsers het vuur geopend hadden."