'Speldenprik' van Seyss: Wieringermeer onder water
Water gutst de Wieringermeer in. Kort na het middaguur hebben de Duitsers op twee plekken de dijken van de polder opgeblazen, waardoor het IJsselmeer het gewonnen land weer terugverovert.
"Verschrikkelijk, je zag het water over het land komen', vertelt mevrouw Van Andel-Blijdorp, op de vlucht uit de polder. "Het koolzaad bloeide, de prunus stond in volle bloei en de aardappelen net in of net boven de grond. Alles weg."
"Je hoorde maar klok-klok, klok-klok", zegt melkboer Vaandrager. "De tulpen stonden in bloei en je zag ze onder het water verdwijnen. Alles werd langzaam verzwolgen." 21.000 hectare landbouwgrond gaat hier verloren, samen met 500 boerderijen en drie dorpen van totaal 6000 inwoners.
Twee maanden geleden begonnen de Duitsers al met voorbereidingen deze eerste IJsselmeerpolder, pas 15 jaar droog, onder water te zetten. De beheerder werd gevraagd naar de dwarsprofielen van de dijken. Hoewel hij de ontwerptekeningen meteen uit het archief liet verdwijnen, lieten de Duitsers putten in de dijk graven door Nederlandse dwangarbeiders.
Het werk gebeurde onder het mom van dijkversterkingen, al werd de echte bedoeling al snel duidelijk toen er oude blindgangers in het gat werden gegooid.
Van Andel-Blijdorp noemt het gekkenwerk dat de Duiters de polder onder water zetten, maar voor Seyss-Inquart heeft het tactische voordelen. Het vlakke land zou een ideale landingsplaats zijn geweest voor paratroepen, zoals recentelijk in Drenthe gebeurde.
Door het land onder water te zetten is die landingszone onbruikbaar geworden. Dat maakt het ook moeilijker het gemaal bij Den Oever in handen te krijgen, dat essentieel is om het waterpeil in het IJsselmeer te beheersen.
Bovendien had Seyss de geallieerden al gewaarschuwd dat er op grote schaal inundaties zouden volgen als ze de aanval openen op West-Nederland. In voorbereidende gesprekken met Nederlandse onderhandelaars had Seyss zich al het recht voorbehouden "een speldenprik" uit te delen om te laten zien dat het menens is.
Er was geen paniek. De Wieringermeerders waren wel wraakgierig.
Deze motiveringen betekenen niks voor de burgers die moeten vluchten, onder wie evacués van Walcheren die al eens moesten wijken voor het water. Midden in de nacht kreeg iedereen te horen dat er nog acht uren waren om te vertrekken. Huisraad werd op boerenwagens geladen of naar zolder gesleept, in de hoop dat het water niet zo hoog komt.
"Er was geen paniek", zegt inwoner Jan Roosendaal over de aftocht. "De Wieringermeerders waren allen jong en energiek. Ze waren wel wraakgierig."
De woede werd nog groter toen de vluchtelingen bij de uitgangen van de polder werden opgewacht door Duitse soldaten en landverraders, die op zoek waren naar de honderden onderduikers die in de polder hadden gezeten. 29 mannen werden eruit gepikt, verzetsman Adrie de Graaf werd vermoord.
Onderdak in kippenhok
De honderden gevluchte gezinnen trekken door naar familie elders in het land, of zoeken onderkomens in dorpen in de buurt. Velen zullen in schuren, groentekassen of zelfs kippenhokken een plek moeten vinden.
Of er na de bevrijding nog iets van hun gloednieuwe huizen over zal zijn, valt te betwijfelen. Nu het water door twee bressen van 200 en 160 meter naar binnen loopt, zullen de drie dorpen en honderden boerderijen van de polder onder vijf meter water verdwijnen.