Aadje van Vondelen · Mariska van Vondelen

Kinderevacué: 'Ik werd niet gekozen, ik was te klein en te mager'

De Delftse Aadje van Vondelen is aangekomen in Noordbergum. De ontvangst in Friesland liep uit op een domper voor de 7-jarige.

Samen met 65 Delftse en 78 Haagse kinderevacués is hij een week lang onderweg geweest om de komende maanden te kunnen aansterken bij een pleeggezin in Friesland. De reis was lang en zwaar voor de ondervoede jonge kinderen, maar thuis blijven was onveilig.

Na een reis van zes dagen meerde het schip aan in Galamadammen. Na aankomst kwamen de Friese stellen de kleine evacués keuren om te kijken of ze geschikt waren als pleegkind.

"Ik zag mannen en vrouwen de kinderen op hun hoofd plukken en in hun armen knijpen", zegt Aadje. Veel gezinnen waren op zoek naar een meisje, zodat die een handje zou kunnen helpen in het huishouden.

Aadje bleef na de keuring over. Alle kinderen zouden in Stavoren terechtkomen, maar doordat niet alle pleeggezinnen waren komen opdagen, bleef Aad over. "Ze vonden mij te klein en te mager, dus ik werd niet gekozen. Dat vond ik heel erg."

Doorgevaren

Het transport waarmee hij was aangenomen dreigde al door te varen terwijl Aadje nog aan de kade stond. "Er stonden geen kinderen meer en de schepen waren bijna weg, dus ik ging schreeuwen en zwaaien." De schippers en een leidster hoorden het jongetje roepen en keerden direct om.

Aangekomen in Noordbergum werd Aadje aan een nieuwe keuring onderworpen. "Eerst gingen weer de oudere meisjes weg en ik was weer de laatste die bleef staan."

Ik voelde me alleen.

Aadje van Vondelen

Aadje is niet de eerste uit zijn gezin die is opgegeven voor evacuatie. "Er was steeds minder te eten, ook voor mijn vier jongere broertjes. Een tijdje terug is mijn oudere broer Thijsje vertrokken en daarna moest ik", vertelt Aadje.

Met transportschip Holland X vertrokken Aadje en de andere kinderen op 2 maart naar Friesland. "Ik zag kinderen aan de rokken van de moeders hangen", legt de kleine Aad uit. "Er waren veel broertjes en zusjes samen, maar ik was in mijn eentje. Ik voelde me alleen."

De ouders wisten niet waar hun kind terecht zou komen en moesten voorafgaand een formulier ondertekenen. Hiermee bevestigden ze dat ze het Interkerkelijk Bureau, de organisatie die de evacuaties faciliteerde, niet aansprakelijk zouden stellen als er iets met hun kind zou gebeuren.

Ook de vader van Aadje vond het moeilijk. "Toen ik de boot op moest, zei mijn vader: 'Als je niet wilt, dan hoef je niet.' Maar ik stond al heel lang te wachten met mijn spulletjes. Ik moest denken aan mijn broertjes en dat er steeds minder te eten is thuis. En toen ben ik toch de boot in gegaan."

Bommen, stank en luizen

Vanuit Delft, via Haarlem en Schagen, kwam het schip na vier dagen aan in Medemblik. Vanuit daar heeft het een oversteek gemaakt van het IJsselmeer naar het Friese Stavoren en daarna via de binnenwateren naar Noordbergum.

De reis verliep onrustig. De Holland X voer door de Haagse wijk Bezuidenhout tijdens het geallieerde vergissingsbombardement op 3 maart. "Het leek wel of het onweerde. Harde knallen en lichtballen", zo omschrijft Aadje van Vondelen het bombardement.

Ook stormde het tijdens de oversteek van het IJsselmeer, waardoor zeeziekte de kop opstak. Daarnaast zaten de kinderen dicht op elkaar, waardoor luizen en vlooien gemakkelijk konden overspringen. "Ik moest over de ton hangen om te kunnen plassen en poepen, ook waar meisjes bij waren."

Alle beproevingen en teleurstellingen liepen uiteindelijk goed af voor Aad. In Noordbergum bleef er nog wel een pleegouder over om hem mee te nemen, veldwachter Jitze Wedzinga. Hij heeft het kleine, vermagerde en verkleumde jongetje mee naar huis genomen.

Bron ooggetuige:
- Hongerkind - Mariska van Vondelen
- Interview Aad en Mariska van Vondelen