Rijmen en gymnastiek in de cel
In een schetsboekje heeft Bep Posthuma opgetekend hoe het was om anderhalve maand vast te zitten op verdenking van verzetsactiviteiten. De apothekersassistente zat met vier anderen in een eenpersoonscel, maar "soms was het best gezellig, al klinkt dat wat gek", zegt ze.
De vijf Friezinnen werden in Leeuwarden opgesloten in het Huis van Bewaring, omdat de SD hen verdacht van banden met het verzet. De lotgenoten konden goed met elkaar overweg en wisten er het beste van te maken.
"Soms zong een der dames ons iets voor, je had dan steeds een aandachtig gehoor. In een kring stonden wij allen om haar heen, we voelden ons dan helemaal niet alleen."
Tijd verdrijven
Apothekersassistente Posthuma heeft de gebeurtenissen in de gevangenis opgetekend in een schetsboekje en er rijmende teksten bij geschreven.
Om de tijd te doden, praatten de vrouwen uren uit. Ook zongen ze liedjes en boenden ze dagelijks de cel. "Zo'n hele dag in een klein vertrek, dan deed je 's avonds wel eens gek. Je boende je 's avonds van top tot teen. We waren nog schoner dan voorheen."
We maakten samen nog dikwijls pret.
Ook probeerden de vrouwen zoveel mogelijk in beweging te blijven om stijve spieren te voorkomen. "We maakten ook ochtendgymnastiek, eens op en neer lachten we ons een kriek. We deden aan sport en met jeugdig vuur, stonden op de kop zomaar tegen de muur", schrijft Posthuma.
De vrouwen haalden zelfs weleens een grapje uit met de bewaker. "'s Avonds vroeg donker, dus ook vroeg naar bed. Dan maakten we samen nog dikwijls pret. Mijnheer Kleene kwam vaak met sleutelbezoek. Om de lamp hing voor de variatie een broek."
Dat neemt niet weg dat de vrouwen ook bang waren. Zo laat Bep weten dat er geregeld angst was om verhoord te worden of om op transport te moeten. Het overgaan van een telefoon leidde tot paniek bij de vrouwen.
De vrouwen zijn gearresteerd in de eerste week van 1945. Bep Posthuma en Maria van Leeuwen werden opgepakt omdat zij werkzaam zijn in de apotheek van meneer Dantzig, die in het Friese verzet zit.
Dantzig geeft de berichten van illegale radiozenders door aan verzetsstrijders. Hij doet dat door ze te verspreiden via medicijndoosjes, die 'patiënten' in zijn apotheek komen ophalen. De SD kreeg lucht van de acties en stond begin januari op de stoep.
Na de huiszoeking was de SD woedend, omdat de apotheker spoorloos was. Uit wraak namen de nazi's apotheekassistentes Maria van Leeuwen en Bep Posthuma mee.
Onschuldig
Later volgde een nieuwe inval van de SD, nu bij het secretariaat van het gemeentehuis. Dit keer waren ze op zoek naar meneer Krolis en zijn werknemers. Krolis was een contactman van het Nationaal Steun Fonds (NSF), een organisatie die de financiële steun van het verzet regelt. De werknemers bij het secretariaat dragen een deel van hun salaris af aan het NSF.
Krolis werd samen met werknemers Catharina Molenaar, Tini de Roos en Grietje Zadel meegenomen naar het Huis van Bewaring. Daar kwamen de drie vrouwen met Maria van Leeuwen en Bep Posthuma in de eenpersoonscel terecht.
Gedurende de tijd dat de vrouwen in de gevangenis zaten, raakten de Duitsers er langzamerhand van overtuigd dat ze onschuldig waren. Een voor een werden ze vrijgelaten. Catharina Molenaar zit nog vast. Vermoedelijk vanwege haar felle, verwerende houding richting de Duitsers.