Dresden getroffen door 'ergste bombardement van de oorlog'
"De lucht was zo heet dat het ademen pijn deed. Alles stond in brand, zelfs de wegen waren een brandende rivier van borrelend teer. Ik zag hoe een groepje mensen vast kwam te zitten. Een voor een zakten ze van uitputting in en stierven in rook en vlammen."
Victor Gregg had vandaag moeten sterven. De 25-jarige Britse militair, die vijf maanden geleden krijgsgevangen werd gemaakt bij Arnhem, was wegens sabotage ter dood veroordeeld en wachtte zijn executie af in een gevangenis in Dresden. Een verwoestend bombardement redde zijn leven.
De stad, bekend als het Florence aan de Elbe vanwege zijn fraaie gebouwen, was tot nu toe gespaard door de geallieerden. Het inwoneraantal van 600.000 inwoners is de afgelopen maanden daardoor verdubbeld. De reeks bombardementen die gisteravond begon was totaal onvoorzien.
Het regende vuur en stond alles in lichterlaaie.
De 39-jarige Nederlander Gerard Wubben, tewerkgesteld in de stad nadat hij als onderduiker was betrapt, zag de eerste aanvalsgolf aankomen. "Ik schrok ervan, het was een en al lichtkogels. Heel Dresden was gewoonweg in het daglicht gezet."
"Het regende bommen en brandbommen boven ons hoofd. Ieder ogenblik dacht ik dat het gebeuren zou en dat het gebouw in zou storten. Terwijl wij de gewonden wegdroegen werden deuren en ramen eruit gerukt en weggeslingerd."
's Nachts volgde nog een tweede bombardement, vanmorgen een derde. "Bommen sloegen links en rechts van ons in andere gebouwen in. Overal voltreffers en nog eens voltreffers", verhaalt Wubben. "Toen ik dan de schuilkelder uitkwam, regende het vuur en stond alles in lichterlaaie. Rondom ons gebouw brandde alles. Alleen ons gebouw was behouden gebleven."
Bijbelse ramp
Door de explosies was de muur van Victor Greggs cel weggeblazen. "Fosfor kleefde aan de lichamen van de gewonden, waardoor ze in menselijke fakkels veranderden. Het was onmogelijk hen te blussen. Hun schreeuwen vermengden zich met het andere gegil."
De stad is een inferno. Schuilkelders veranderden in crematoria. Op andere plekken stikten mensen doordat de branden alle zuurstof gebruikten.
"Het vuur maakte een onbeschrijfelijk lawaai. Het deed me aan een bijbelse ramp denken", zegt inwoner Götz Bergander. "De vlammen waren woest wit en geel, de lucht één massieve rookwolk. De branden raasden, met af en toen het geluid van exploderende bommen."
"Knallen, alsof het daglicht was, explosies. Ik had geen gedachten, ik was niet eens bang", zegt Dresdenaar Victor Klemperer. "Ik was simpelweg doodop. Ik denk dat ik het eind verwachtte."
Naar het vuur gezogen
Allemaal merkten ze dat het hard was gaan waaien door de brand: de vuurstorm zoog alle lucht naar zich toe. "Er kwam ook nog een storm opzetten en wij zaten allen in angst dat wij nog door de vlammen om zouden komen", zegt Wubben.
"De kracht van de wind was zo sterk dat hij haast solide aanvoelde", meent Gregg. "Mensen van verschillende grootte en leeftijd werden ernaartoe gezogen. Plots verdwenen ze in de vlammen, hun haar en kleren in brand."
Nu Wubben, onder het roet en zijn haren deels verbrand, vandaag de lijken bergt, kan hij alleen maar aan zijn gezin denken, zijn vrouw en vijf kinderen die hij moest achterlaten in Nederland. En hij bidt, dankbaar dat hij het overleefd heeft terwijl tienduizenden zijn omgekomen.
"Het is het ergste bombardement dat Duitsland ooit in deze oorlog heeft meegemaakt", verzucht hij. "Ik heb het aan de Heilige Maagd Maria te danken dat ik bij deze bombardementen behouden ben gebleven."