Afro-Amerikaanse militairen in België · National Archives

Zwarte soldaten steeds vaker aan het front

Sinds het Ardennenoffensief een maand geleden is losgebarsten, worden zwarte Amerikaanse soldaten steeds vaker naar het front gestuurd. Dat is opvallend, want generaal Patton zei eerder nog dat "een gekleurde soldaat niet snel genoeg kan denken om te vechten".

Het is de algemene gedachte in het Amerikaanse gesegregeerde leger en de reden dat het overgrote deel van de één miljoen zwarte soldaten zich bezighoudt met klussen als toiletten schoonmaken, munitie klaarmaken, voorraden vervoeren en graven delven.

Het Ardennenoffensief geeft zwarte soldaten die in de onderhoudstroepen zitten, nu de kans om de wapens op te pakken. Het Duitse offensief kwam als een totale verrassing voor de geallieerden en heeft geleid tot een flink verlies van manschappen. Daarom heeft de Amerikaanse opperbevelhebber Eisenhower besloten dat ook zwarte soldaten zich aan kunnen melden voor de infanterie.

Witte soldaten willen geen orders krijgen van zwarte soldaten.

Matthew Brown

Duizenden hebben dat inmiddels gedaan. Zo ook Matthew Brown, die het zat was om toiletten te moeten poetsen. Van zijn rang - private first class - heeft hij afstand moeten doen. "Witte soldaten willen geen orders krijgen van zwarte soldaten zoals ik", zegt Brown. Hij noemt het "absurd".

Brown merkt dat de Duitsers waar hij tegen vecht, soms worden verrast door zijn huidskleur. Laatst werkte dat in zijn voordeel, toen hij met een aantal andere soldaten een Duits machinegeweer probeerde uit te schakelen.

"De man met zijn vinger aan de trekker zag ons dichterbij komen en weet je wat hij gilde? Schwarze! Hij had nog nooit zwarten gezien en bevroor. We liepen gewoon binnen en namen dat machinegeweer af. Zonder ook maar een schot te lossen.''

Superieur

De Afro-Amerikaanse soldaten die tijdens het Ardennenoffensief meevechten met de infanterie, hebben inmiddels een goede reputatie opgebouwd.

"Hun strijdvaardigheid, hun gezond verstand en oordeelsvermogen in het gevecht dwingen bewondering af bij alle mannen van de compagnie", zegt een stafofficier van de 104de divisie. Hij oordeelt dat de prestaties van de zwarte mannen "superieur" zijn.

Er vechten ook zwarte tankbataljons mee in de Ardennen. Zij vechten voorop en krijgen nauwelijks verlof. Het meest bekend is het 761ste tankbataljon, dat de bijnaam 'Black Panthers' draagt.

Generaal Patton had zelf naar hen gevraagd. Bij aankomst van de 'Black Panthers' op het Europese continent, in oktober, sprak Patton de mannen toe: "Mannen, jullie zijn de eerste negertankers in het Amerikaanse leger. Ik had nooit naar jullie gevraagd als jullie niet goed waren. Jullie ras wil jullie zien slagen. Laat ze niet vallen, en verdomme, laat míj niet vallen."

Ondanks de positieve woorden, bleek achteraf dat Patton nog niet helemaal overtuigd was van het kunnen van de zwarte soldaten. "Ze gaven een goede eerste impressie, maar ik heb geen vertrouwen in het inherente vechtvermogen van het ras."

John Long, een zwarte officier in het 761ste tankbataljon, vindt dat ze hun werk goed doen. Hij is trots op zijn mannen. "Er is geen witte eenheid die niet verdomd blij is om ons bij hun te hebben." Hij verkondigt dat hij vecht: "Niet voor God en vaderland, maar voor mij en mijn volk".

Afro-Amerikaanse gravendelvers in Margraten · Publiek Domein / A.J. Van Hees

Het Ardennenoffensief eist veel slachtoffers. Zowel aan Duitse, als aan geallieerde zijde. De lichamen worden door zwarte soldaten vervoerd naar het Limburgse Margraten, waar ze ook door zwarte soldaten begraven worden.

Jeffrey Wiggins is één van deze gravendelfers. "Elke dag als we aan het werk beginnen, staan er tien á twaalf jonge vrouwen naar ons te zwaaien", vertelt hij. "Die hebben nog nooit een donker persoon gezien."

Hier waarderen ze wat we doen.

Matthew Brown

Limburgers snappen niets van de denigrerende houding van witte Amerikaanse soldaten, tegenover hun zwarte medestrijders. "Het zijn net zo goed onze bevrijders", zegt de Maastrichtse mevrouw Mingels.

Matthew Brown, één van de Afro-Amerikaanse militairen die zich tijdens het Ardennenoffensief heeft aangemeld bij de infanterie, vindt de behandeling van de Europese burgers een verademing. "Hier waarderen ze wat we doen. Ze zijn ons zo dankbaar, ze zien geen onderscheid tussen zwart en wit, ze zien bevrijders."