Deelnemers aan de hongertocht · Anefo - Nationaal Archief

'De hongertochten zijn begonnen!'

De rantsoenen zijn deze maand wéér verminderd: men kan nu 550 calorieën per dag eten. Bij lange na niet genoeg om de honger te stillen. Uit wanhoop trekken duizenden mensen uit de grote steden in het Westen richting het platteland, op zoek naar eten. Niet iedereen overleeft de barre tocht.

"Het is een triest gezicht, van bleke, zwoegende mensen, die over de wegen lopen met lege zakken en de honger op het gelaat", schrijft Het Volk over wegtrekkende Amsterdammers. In de hoofdstad is de voedselsituatie nijpend: steeds meer mensen gaan naar de gaarkeukens, die de vraag amper bij kunnen bijhouden.

Niet alleen in Noord-Holland gaan mensen op "hongertochten", zoals Het Parool ze noemt. Ook in Zuid-Holland en Utrecht trekken mensen in stoeten naar het platteland.

Dodelijke slachtoffers

De voedselzoekers trekken dagen, soms wekenlang rond. Ze sjouwen met lasten die zwaar boven hun draagkracht gaan. "Tientallen hebben reeds van uitputting en honger, langs de weg de dood gevonden", aldus de verzetskrant.

Ook Het Volk meldt dodelijke slachtoffers. "Een arts te Alkmaar vertelde dat er wekelijks dertig tot veertig volkomen uitgeputte mensen bij hem worden gebracht die niet meer in staat zijn, hun weg te volgen." Een deel van hen overleeft het niet, ondanks de zorg van de arts.

Dat komt naast de honger ook door de barre omstandigheden tijdens de tocht. Het is koud, modderig en vooral nat. De Duitsers hebben opzettelijk hele stukken van de polders onder water gezet, om zo de verdediging te versterken. "Op enkele plaatsen is de weg zelfs helemaal overspoeld en moet men honderd meter door het koude water lopen."

"Sommige boerderijen zijn verlaten. Andere dichter bij de weg zijn nog bewoond, maar alleen via vlondertjes, die bij elke stap in het water wegzakken, te bereiken." In dit gebied valt er niets meer te halen.

De boeren zijn wantrouwig geworden.

Het Parool

In de gebieden waar wél iets te halen valt, is het geen makkelijk karwei om daadwerkelijk iets in handen te krijgen. De meeste boerderijen zijn inmiddels platgelopen. Bovendien moet je vaak iets te ruilen hebben. "Voor hen die niets te ruilen hebben is de oogst gewoonlijk klein, soms nihil, hoogstens een paar aardappelen en een peen."

's Nachts wordt er geslapen in leegstaande gebouwen, zoals scholen, die opengesteld zijn voor de voedselzoekers. Of in het stro, bij een boer. De gelukkigen krijgen bij hen een warm bed binnen. "Maar ook dat is moeilijk, want de boeren zijn wantrouwig geworden, sinds zij hebben ervaren dat hun schuren en stallen wel eens door gasten zijn leeggehaald."

's Ochtends wordt de tocht weer hervat. Een deel van de voedselzoekers keert halverwege terug naar huis. Ziek, zwak, of erger: met lege handen.

"De hongertochten zijn begonnen!", kondigt Het Parool aan. "Wie dit meemaakt, ziet en beseft met haat in zijn hart wat de Duitsers van ons land en van ons volk hebben gemaakt."