Kerst in bezet gebied: 'We genieten er weinig van'
Opnieuw wordt Kerstmis gevierd in oorlogstijd. Terwijl het zuiden van Nederland al bevrijd is, is de rest van het land nog bezet. De situatie is hier onhoudbaar: er is vrijwel geen elektriciteit of gas, dus het is donker en koud, en voedsel is schaars. "We genieten er weinig van", zegt de Scheveningse Cor van Toorn over de feestdagen.
Van Toorn werkt in de gaarkeuken, waar hij duidelijk merkt dat de rantsoenen achteruitgaan. "In september deden we nog twintig pakjes boter in een pan soep van 500 liter, nu nog maar één."
Voor de kerstdagen hebben ze wat extra voedsel kunnen regelen. Een grote lading aardappelen, waarvan het merendeel verrot is. Uit elke 30 kilo is ongeveer 3 kilo bruikbare aardappelen gevist. Die worden door de soep gemengd, zodat deze meer vulling heeft dan enkel sla, zoals dat normaal het geval is.
Bovendien kunnen mensen een klein bakje stamppot met spekvinkjes krijgen. "Geweldig", vinden de eerste gegadigden.
Kerst in bed
De Amsterdamse mevrouw Crone moet het doen met een kleine portie winterwortelen. "Er is bijna geen eten meer te halen met de distributiebonnen, de kerstdagen zijn hongerig." Ze brengt ze door in bed: "Dat is tenminste lekker warm".
Ons kerstdiner was een groot succes.
Vooral in de grote steden in het westen van Nederland is er een nijpend voedseltekort. In de oostelijke en noordelijke provincies is de voedselsituatie iets beter.
"Ons kerstdiner was een groot succes", zegt Lies Andrés uit Hengelo. Ze heeft vier neergehaalde geallieerde piloten in huis ondergedoken zitten, met hulp van de illegaliteit. Zowel de piloten, als twee bevriende verzetsmensen waren bij het diner aanwezig.
Het verzet was de sleutel tot het succes van de avond: door hun distributiebonnen konden er allerlei lekkernijen gekocht worden, zoals kaascrackers, soep, kroketjes, pudding en koffie.
Het hoogtepunt van het menu was de konijn met appelmoes. "In de garage hadden we twee hele grote konijnen: Vlaamse reuzen. Die had ik cadeau gekregen als kleine, lieve konijntjes, maar die waren gauw uitgegroeid tot enorme dieren waar ik bang voor was", vertelt Andrés. "Die hebben we, toch wel met hartzeer, besloten om te slachten voor het kerstdiner."
Ook in Rotterdam had dit gezin een goed gevulde tafel:
In het Gelderse Bruchum heeft de moeder van Gerrit Verkuil haar creativiteit ingezet om met de kleine voorraad toch wat feestelijks op tafel te zetten: krentenbrood. "Er zijn natuurlijk helemaal geen krenten en rozijnen, dus ze gebruikte gedroogde appels en peren", vertelt Verkuil. "Ik heb zelden lekkerder krentenbrood gehad."
Bij de familie Verkuil is het een drukte in huis: er verblijven evacués én er zitten Duitsers ingekwartierd. De stemming onder deze laatste groep is weemoedig tijdens de feestdagen, zegt Verkuil. "Eén van de jonge gasten, ik denk dat hij een jaar of 17 is, zat te huilen omdat hij naar zijn moeder en zus wilde."
Inmiddels is het alom bekend dat er in Duitsland veel burgerdoden vallen door geallieerde bombardementen. "Sommige jongens hebben in geen weken wat gehoord van hun familie en geen kerstpakketje van ze ontvangen. Het is een tijd met vraagtekens en zorgen."
Ik ben het, de Kerstman!
Ook de kerst van Pieter Post in Rotterdam begon met vraagtekens. Zijn vader is in november door de Duitsers meegenomen tijdens een grote razzia. "We wisten niet waar hij was en of hij nog leefde. Verdrietig gingen we gisteravond vroeg slapen."
Vanochtend werd er plotseling op het raam getikt. "Ik ben het, de Kerstman", klonk een vermoeide stem. "Mijn moeder herkende de stem van mijn vader en riep: 'Papa is terug!' En ja, daar stond hij, mager en met een baard, maar springlevend." Pieters vader had gedaan alsof hij ziek was en niet kon werken, waardoor de Duitsers hem lieten gaan.
Pieter is dolgelukkig. "We hebben geen kerstboom en geen cadeautjes, maar dit is de mooiste kerst die ik kan bedenken."
Een gezegend kerstfeest
Ons Verzet heeft een stuk gewijd aan de feestdagen. "Hoe geheel anders hadden we ons dit jaar het kerstfeest gedacht: een mooie kerstboom, vol van glinsterende lichtjes, staande in een kamer, ergens in een bevrijd land."
In werkelijkheid heerst er ellende in het bezette Nederland, schrijft de verzetskrant, die desondanks nog positief probeert te blijven. "We hebben het vooruitzicht dat het beter wordt. Nu zijn wij nog in het donkere dal, maar aan het eind van het dal zien wij wazig het eerste schijnsel van de opkomende zon, het licht van de bevrijding. En dan wappert weer ons dierbare rood-wit-blauw van de Hollandse daken."
Het stuk eindigt met een hartelijke wens voor alle landgenoten: "Een gezegend kerstfeest!"