Houtdieven slopen Amsterdamse huizen: 1 dode en 1 gewonde
In Amsterdam is deze week een 20-jarige man om het leven gekomen doordat een huis instortte. Een kind van 14 jaar raakte ernstig gewond.
Leegstaande huizen in de stad worden massaal geplunderd. De huizen worden opengebroken om hout buit te maken vanwege het brandstoffentekort. Vooral in de oude Jodenbuurt, waar de inwoners zijn weggevoerd, gebeurt dit vaak.
Alle houten onderdelen, waaronder vloeren, balken, deuren en trappen, worden uit de huizen gesloopt. Hierdoor verliezen de woningen hun stabiliteit en ontstaat er instortingsgevaar.
Vanwege de brandstoffenschaarste heeft de gemeente Amsterdam de verdeling van hout gereguleerd: inwoners die dringend hout nodig hebben, kunnen dit via de gemeente krijgen. Het gevolg hiervan is dat de mensen die hier niet onder vallen via een andere weg aan hout proberen te komen.
Eerder werden de bomen in het Vondelpark al illegaal gekapt. Nu het Vondelpark is gesloten, proberen mensen zich via deze inbraken van hout te voorzien. Het hout wordt gebruikt als brandhout voor noodkachels.
De gemeente heeft de afgelopen tijd al duizenden guldens uitgetrokken om de huizen dicht te metselen, maar dit heeft weinig effect. Het metselwerk wordt vaak opengebroken, waardoor de houtdieven toch de huizen binnen kunnen.