Rekruten aan het oefenen · NIMH

Oorlogsvrijwilligers morren: wanneer gaan we?

Nederlanders die zich weken geleden hebben aangemeld voor het nieuwe Nederlandse leger morren dat ze nog niet zijn opgeroepen. "Is de Nederlandse regering zich er wel van bewust dat het enthousiasme door lang wachten verflauwt?"

In meerdere kranten verschijnen de afgelopen dagen brieven van teleurgestelde rekruten. "Wij oorlogsvrijwilligers eisen spoed!", schrijft de een. "Het schijnt ons toe dat deze hulp niet zozeer op prijs wordt gesteld als wel gewenst was", denkt een ander, die al twee maanden wacht.

"We kijken met afgunst naar onze wapenbroeders die reeds in uniform zijn gestoken", aldus een derde. "Ons dunkt dat hieraan wel een beetje harder gewerkt mocht worden, daar het logisch is dat door dit lange wachten het enthousiasme wel enigszins gaat bekoelen."

Afhankelijk van de geallieerden

De afgelopen weken liep het storm bij de aanmeldingsbureaus. Zo werden alleen al in Heerlen in drie maanden tijd al meer dan 5000 aanmeldingen geregistreerd.

Probleem is dat er nog niet voldoende materieel is voor iedereen: vaak is er maar één uniform per persoon beschikbaar, zware wapens ontbreken. Ook zijn er in Nederland nog niet voldoende barakken beschikbaar; de schaarse plekken zijn voor buitenlandse militairen die tegen Duitsland strijden.

"Ik weet hoe teleurstellend zulks werkt: de mannen die zich voor de dienst voor het vaderland hebben opgegeven, blaken van strijdlust. Zij willen onmiddellijk aan de slag," zegt minister van Oorlog Van Lidth, "en wij willen dat ook".

Volgens hem is Nederland hierin afhankelijk van de geallieerden. "Ons grootste probleem is uitrusting en bewapening. Voor de voorziening hierin hebben wij de hulp nodig van onze geallieerden, die uiteraard in de eerste plaats de behoeften van hun te velde staande strijdmachten moeten dekken."

Cursussen

In de krant denken de rekruten met de minister mee. Eén stelt voor om de manschappen naar Curaçao te brengen voor training. Een ander vraagt of er niet alvast wat vooropleiding kan worden gegeven, zoals het besturen van motorrijtuigen of instrumentenleer.

Cursussen blijken populair bij de wachtenden. Zo kan er Engels en Maleisisch worden geleerd en is er uitleg over gymnastiek, tropische hygiëne en de geografie van Nederland-Indië. Allemaal handig voor de manschappen die straks worden uitgezonden om in Azië te vechten.

Voor sommige collega's is het wachten over: in Nijmegen nemen deze week nieuwe rekruten afscheid met een dansmatinee, in een kapel in Helmond was een oud-legeraalmoezenier langsgekomen om de vrijwilligers daar "geestelijk op te frissen" voor de reis.

Premier Gerbrandy ging begin deze maand nog langs bij een opleiding in Eindhoven. "Jullie zijn het levend bewijs dat de geestkracht van een volk niet vernietigd kan worden." Zijn praatje werd afgesloten met de uitroep 'leve de koningin' en gejuich.