Dwangarbeiders graven en scheppen verdedigingslinie in Drenthe
In Drenthe zijn honderden dwangarbeiders aan het scheppen en graven. Ze werken aan een nieuwe verdedigingslinie dwars door de provincie.
De Duitsers willen hiermee een geallieerde inval vanuit het westen tegenhouden. De bezetter is begonnen met deze Asserner Stellungen - ook wel Frieslandriegel genoemd - nadat het werk aan de Atlantikwall aan de Noordzee kust is stopgezet.
Hoe de nieuwe linie precies loopt, valt nog niet te zeggen. In Meppel en Assen zijn in ieder geval de eerste tankgrachten en mijnenvelden al te zien.
Zig-zag-greppels
Het verzetsblad De Vrije Pers schrijft dat land wordt doorploegd met zig-zag-greppels. "Vrijwel alle mannen van Drenthe zijn opgeroepen om te graven."
"De Duitsers doen alle mogelijke moeite om de spitters en de rest van de bevolking te paaien. De lonen bedragen 5 gulden per dag. Het voedsel is uitstekend." Behalve mannen zijn er volgens de krant ook vrouwen nodig, voor het schillen en rooien van aardappelen.
Er zijn spaden te kort, dus moesten we om de beurt werken.
Het zijn vooral dwangarbeiders die het werk doen. Uit het hele land zijn er mensen naar Drenthe gestuurd. Zo ook een groep van 800 mannen van Texel. Ze zijn twee weken geleden opgepakt bij een razzia op het eiland. Ze moesten kleren, dekens en eten meenemen.
Eenmaal in Drenthe kwamen ze aan op het slagveld, zoals dwangarbeider Lemstra het omschrijft. "Er zijn spaden te kort, dus moesten we om de beurt werken. We worden ingedeeld in eenheden van 100 man met aan het hoofd een Kolonnenführer. Dit zijn Duitse nazi's in uniform, compleet met zo'n Duitse hoera-pet, laarzen en een pistool. De uniformen zij goudgeel en ze worden dan ook prompt goudvinken genoemd. Het zijn allemaal oudere Duitsers, niet meer geschikt voor frontdienst, maar kennelijk voor dit werk nog wel bruikbaar."
Lemstra vindt het vermakelijk dat hun hoofdman een treffende gelijkenis met zijn baas Hitler vertoont. "Hoe hebben ze het zo voor ons uit kunnen zoeken."
De Duitse commandant op Texel is blij dat hij deze groep weerbare mannen tussen de 17 en 35 jaar oud kwijt is. Mochten er gevechten uitbreken op Texel dan is de weerstand van de plaatselijke bevolking minder, is de gedachte.
Ook in Groningen wordt gespit. Mogelijk moet de Drentse verdedigingslinie aansluiten op eentje die naar Delfzijl gaat.
De 17-jarige Bouko Veennema is een van de mannen die bij het Winschoterdiep gedwongen loopgraven en tankschachten graaft. In september, na de luchtlandingen bij Arnhem, werd hij al opgeroepen.
Het verzet had gewaarschuwd: doe niet mee. Maar de lage opkomst leidde tot razzia's. "Voor een tankgracht sta je in een lange rij te graven. Loopgraven doe je met een of twee man. We werken van half acht 's ochtends tot zes uur 's avonds."