Eindelijk: eerste geallieerde schip vaart Antwerpen binnen
Het eerste geallieerde schip is over de Westerschelde de haven van Antwerpen binnengevaren. Bijna drie maanden nadat Antwerpen is bevrijd, kunnen de geallieerden de haven eindelijk gebruiken.
De in Canada gebouwde Fort Cataraqui, gevuld met olie, is het eerste schip dat afmeerde in de haven. Terwijl op de kader een officieel ontvangstcomité wachtte met een fanfare, ontvouwde de kapitein een grote Belgische vlag. Een groter konvooi staat voor later deze week gepland.
De haven van Antwerpen was de hoofdprijs van de snelle opmars in september door België. De geallieerden hadden een zeehaven nodig om de troepen snel te kunnen bevoorraden. Tot nu toe gebeurde dit nog via havens in Normandië. Hoe verder het leger optrekt Europa in, hoe langer duurt het om materieel (maar ook militairen) naar het front te krijgen.
De geallieerden hadden niet verwacht dat de Slag om de Schelde zo lang zou duren. De Duitse tegenstand in Zeeland was fel. Bijna twee maanden kostte het vooral de Britten, Canadezen en Polen om de monding van de Westerschelde te bevrijden.
Op 8 november was het zover. Alleen kon er niet direct over de Schelde gevaren worden: overal lagen mijnen en die moesten eerst worden opgeruimd. Begin november - op Walcheren en Zuid-Beveland werd nog gevochten - begon operatie Calendar, codenaam voor het mijnenvrij maken van de Westerschelde.
Daaraan deden ook vier Nederlandse mijnenvegers mee. Vanuit Terneuzen veegden zij de Schelde tussen Wielingen en Bath schoon. Eenvoudig ging dat niet: één van de vegers, de Beveland, raakte zwaar beschadigd door een mijn die vlakbij tot ontploffing kwam.
De verwachting is dat de haven snel volop in gebruik zal zijn. De haven zelf is redelijk ongeschonden uit de oorlog gekomen. Kranen, kades en opslag staan nog overeind.