De bospartizanen houden Duitse soldaten in gijzeling · LGOG

25 Duitse soldaten wekenlang gevangenen van partizanen

In de bossen van Baarlo, vlak bij Venlo, heeft een knokploeg van het verzet ruim twee maanden lang 25 Duitse militairen vastgehouden. Vandaag konden de gevangenen, die in een primitief onderaards hol verbleven, worden overgedragen aan een Britse patrouille, die het gebied eindelijk heeft bereikt.

Dat de groep niet voortijdig ontdekt of verraden is in het gebied dat gecontroleerd werd door de Duitsers, mag een wonder heten. Toch ging het een paar keer bijna mis.

'Mutti'

Het roekeloze avontuur van de 'bospartizanen' begon in september, kort na Dolle Dinsdag. Een groep van zo'n tien KP'ers uit het land van Maas en Waal kwam in het Noord-Limburgse Baarlo terecht na een mislukte poging de Maasbrug op de Duitsers te veroveren.

Samen met een groep KP'ers uit Noord-Limburg werden ze ondergebracht in boerderij de Boekenderhof. Ze besloten hiervandaan wapens op de vijand buit te maken.

Toen op 14 september plotseling vier Duitse militairen de boerderij bezochten, werden die zonder problemen ontwapend en gevangengenomen. "Eentje begon te wenen dat-ie nog maar 25 kilometer van z'n Mutti af was en of ze hem alsjeblieft wilden sparen", vertelt Jacques Segers, die contact onderhield met de KP.

Interneringskamp

Met de buitgemaakte wapens werden een paar dagen later zes Duitse soldaten overmeesterd en gevangengenomen. De nieuwkomers werden opgesloten in een hol in de bossen, waar eind september nog eens elf Duitse parachutisten bij kwamen. Leden van de Ordedienst (OD) bewaakten de mannen.

De groep was inmiddels zo groot dat twee nieuwe kampen werden opgezet in het Freulesbos, een kilometer van de boerderij; een voor de OD en KP, de ander als provisorisch interneringskamp voor de gevangenen.

Het kamp waar de Duitse soldaten werden vastgehouden · LGOG

Op 27 september ging het bijna mis, toen Duitse militairen boerderij de Boekenderhof wilden onderzoeken. Drie militairen werden neergeschoten, maar de vierde wist te ontkomen. Toen hij terugkeerde met versterking, was de hele boerderij al ontruimd.

Niet veel later werden twee Duitse soldaten, die zich voordeden als deserteurs en zich wilden aansluiten bij de partizanen, ontmaskerd als SS-soldaten die het hele kamp wilden oprollen. In overleg met KP-leider Jacques Crasborn werd op 2 oktober besloten dat de SS'ers moesten worden gedood.

"We vonden die executie gerechtvaardigd. We liepen enorme risico's", vertelt de 19-jarige Steffie Houba. Als koerierster was ze verantwoordelijk voor het regelen van voedsel en kleding voor de mannen.

Steeds gevaarlijker

Naarmate het langer duurde voordat de bevrijders kwamen, werd het steeds gevaarlijker in het kamp. De partizanen besloten een grote onderaardse schuilplaats te bouwen in het bos dat plaats bood aan zeventig mensen.

Tijdens de bouw van het onderkomen wist een van de Duitse gevangenen te ontsnappen. Er zat niets anders op dan het bestaande kamp te ontruimen en met de grote groep gevangenen in de regen door de bossen te trekken. Even gingen er stemmen op om de mannen te executeren om van het 'probleem' af te zijn. Maar dat idee stuitte op bezwaren van de KP-leiding.

Het duurde niet lang of het onderaardse hol begon op het voorportaal van een graf te lijken.

Jacques Crasborn, leider Limburgse KP

Pas op 7 november kon de groep in een nieuw onderaardse hol terecht. "Het duurde niet lang of het hol begon op het voorportaal van een graf te lijken", vertelt Crasborn. "Het primitieve ventilatiesysteem was niet bij machte de luchtverversing op peil te houden. Luizen en ander ongedierte begonnen hun werk te doen. Een krijgsgevangene kreeg vlektyphus, de anderen zaten onder de zweren. Alleen 's nachts kon worden gelucht."

De commandant van de Britse patrouille die de haveloze gevangenen in ontvangst heeft genomen, sprak vol lof over de moed en vastberadenheid van de Nederlandse bospartizanen.